Examenpaper van Eline Wygers
WELKOM IN DE WERELD VAN HET MAPPEN
Verstand op nul… en zappen maar! Kent u dat gevoel? Zonder enige moeite, op zoek naar iets beter. Een betere zender of programma. Wel, net zo makkelijk als we ‘zappen’, zouden we ook kunnen ‘mappen’. Meer nog, door te ‘mappen’, zoekt u niet enkel naar iets ‘beter’, u werkt ook aan “iets” beter. En niet zomaar “iets”… En niet alleen... En ook niet… Komt u mee op pad doorheen deze intrigerende praktijk? Mappen van het Engelse ‘to map’ of het in kaart brengen van plaatsen en gebieden is een activiteit die naast cartografen en geografen ook door ‘leken’ uitgevoerd kan worden. Ik zal inzoomen op open mappen, dit is een soort of manier van mappen, dat zelfs bijna een ingesteldheid of ideaal in zich draagt. Daarover later nog meer. Humanitair mappen* omvat geen ‘standaard’ praktijk die zomaar te koppelen valt aan één bepaalde plek, noch online noch op het terrein. Ik kies er daarom voor de praktijk als werkwoord ‘mappen’ (met specifieke focus op het humanitair mappen) te benaderen, omdat dit zo volledig mogelijk verschillende lagen van de praktijk omvat. Zo zijn er lagen van software en internet-communities, lagen van vrijwilligers online of op het terrein, teams die zich professioneel inzetten voor de ondersteuning, groepen die zich bekommeren om nieuwkomers, portalen voor zelfstudie, evenementen als mapathons… al deze actoren of lagen samen maken de praktijk mogelijk (Humanitarian OpenStreetMap Team, z.d.). Het is dus een praktijk die zich hybride voordoet; veelal online, maar ook de offline werkzaamheden zijn cruciaal voor het bestaan. Mappen laat u op een opmerkelijke wijze in contact treden met internet ‘als toegangsruimte tot de rest van de wereld’. Deze kwestie zal daarom ook o.a. centraal staan in wat volgt; hoe we meer (of beter gezegd ‘terug’) gevoeligheid en aandacht kunnen hebben voor de ruimtes rondom ons en ook verder van ons. Om de weg niet kwijt te raken in de gelaagde en hybride wereld van het mappen, staat hieronder een overzicht van hoe verschillende lagen met elkaar verbonden zijn en wat ze inhouden. Bovendien krijgt u zo meer voeling met de praktijk en verlaagt dat hopelijk de drempel om er zelf aan te beginnen. *Ik gebruik voor de leesbaarheid telkens ‘mappen’, waarmee ik de praktijk van het Humanitair Open Mappen bedoel. |
RUIMTES DIE OM AANDACHT SCHREEUWEN
Op het eerste gezicht lijkt de praktijk van het humanitair mappen misschien niet zo ‘pedagogisch’, toch zijn er heel wat interessante (publieke) pedagogische dynamieken werkzaam in deze praktijk en is ze heel toegankelijk, open en publiek.
Er zit een dubbele gelaagdheid in mappen wat betreft de ‘ruimte’. Enerzijds bevinden we ons in een virtuele, online ruimte zonder landsgrenzen: internet. Anderzijds werken we aan een zeer specifieke ruimte die aandacht vraagt en waar we door worden geraakt.
Deze twee ruimtes met hun aanwezige dynamieken, kunnen we op basis van wat twee auteurs elk in hun eigen taal verwoorden, verder uitlichten. Zo wordt een praktische blik als het ware aangevuld met een nieuwe taal om ze zo nog meer op begrip te brengen. Ze menen dat er ‘iets schort’ aan een bepaalde ruimte. In wat volgt wordt daar dieper op ingegaan.
INTERNET ALS PUBLIEKE RUIMTE
Om te beginnen heb ik, naast een beperkte eigen ervaring, voor alle info over deze praktijk, beroep gedaan op “het internet” als soort bron… Door het enorme gebruiksgemak liet het me toe veel informatie te vinden. Het laat mij en u toe evenveel info te vinden, internet maakt tot op een zekere hoogte (en zeker wanneer het open source is) geen onderscheid in wie er toegang heeft. Het heeft in die zin een publieke meerwaarde, gelijkheid in toegankelijkheid en openheid, iets wat betalende artikels of boeken vaak niet hebben. Het is goed dat iedereen auteur kan zijn, maar het is een tweesnijdend zwaard. Ook mensen die er niets vanaf weten kunnen anoniem info delen met de wereld waardoor de betrouwbaarheid discutabel is.
Internet zorgt ervoor dat het klassieke begrip van samenleven, en ‘inwoner zijn van’ opgerokken wordt. We zijn nu immers allemaal een beetje bewoner van de gedeelde wereldwijde plek ‘internet’. Mappen brengt mensen over de hele wereld samen in een bepaalde ruimte (internet) rond een praktijk (kaarten maken) en rond een ruimte (de plaats die in kaart wordt gebracht).
Om te beginnen brengen we de ‘eerste ruimte’ op begrip. De ruimte die tot alle andere ruimtes toegang verschaft als het ware: het internet. Alle partners en oprichters van MapSwipe waren het erover eens dat de praktijk haar wortels in OpenStreetMap moest vinden (Missing Maps, z.d.). Hoewel ze ook gewoon Google Maps zouden kunnen gebruiken. Zij voelden dat deze ruimte een bepaalde aandacht nodig had, gezien hun werking is het van belang dat iedereen zich mede-maker voelt, en ook effectief is. Wanneer het via een privé- of commercieel initiatief zou gebeuren, draagt deze commerciële actor de rol van beheerder en eigenaar. Maar waarom vonden ze dit belangrijk? Het is van belang dat mensen over de hele wereld vrije toegang hebben tot dezelfde info en samen verder info kunnen toevoegen en dus de kaarten opbouwen, en ook verbeteren (OpenStreetMap, z.d.). Niemand zou aanspraak kunnen doen op het geleverde werk, het is ‘van niemand in het bijzonder, maar tegelijk van iedereen samen’. Dit wordt ook wel een opensourcewerking genoemd (OpenStreetMap, z.d.). De bron is open toegankelijk, wat wil zeggen dat iedereen ermee aan de slag kan zonder afhankelijk te zijn van één (vaak) commerciële partner die zijn diensten enkel tegen betaling aanbiedt. Dit in tegenstelling tot Google Maps, wiens bronmateriaal niet toegankelijk is om er zelf mee aan de slag te gaan.
Marleen Stikker heeft als filosofe ook een duidelijke visie op hoe de werking van internet zou moeten zijn. Zij onderschrijft het belang van open source initiatieven als OpenStreetMap en gaat zelfs nog verder. Volgens haar is het internet stuk, in die zin dat het tegenwoordig vooral een ‘brownfield’ is (Stikker, 2019). Commercieel winstbejag met competitie en privé-initiatieven staan centraal, met als gevolg een enorm verlies aan privacy en soevereiniteit (Stikker, 2019). Voor haar zou er een volledig nieuw narratief moeten komen waarin mensen praten over internet als een ‘greenfield’, een plek waar samenwerking of coöperatie en het publieke belang weer centraal staat (Stikker, 2019). MapSwipe, en zo goed als de hele werking van HumanitarianOpenStreetMapTeam berusten op het principe van internet als een ‘greenfield’ (Stikker, 2019). Meer nog, internet wordt als ‘common’ benoemd en beheerd (Stikker, 2019). Internet is net als een grondstof een materiële hulpbron voor de mens. Omdat het ‘van niemand in het bijzonder, maar van iedereen samen’ is, is het ook logisch dat het samen beheerd wordt. Dit gebeurt in het samen mappen: het maken en opbouwen van kaarten. Iedereen heeft evenveel toegang tot bronmateriaal, data en kan zijn bijdrage leveren aan het geheel met als doel ‘het gemeenschappelijke’ te dienen. We dragen collectief zorg voor internet door het op de manier van MapSwipe te behandelen. We zijn ons er dan van bewust dat dit geen vanzelfsprekendheid is en we zorgen zo voor een duurzame toekomst. In die zin dat we hulpbronnen niet mogen uitputten, en zo zorgdragen voor de aarde en de generaties na ons opdat zij het niet slechter zouden hebben dan wij. Internet kan misschien niet meteen in de letterlijke zin uitgeput raken, wel figuurlijk in de publieke rol die zij voorheen had. Door niet meer blindelings een grenzeloos winstbejag en een eindeloze groei na te streven, ziet de toekomst er duurzamer uit in die zin dat we niet alles zomaar tot het uiterste kunnen drijven. Er zijn nu eenmaal limieten aan hulpbronnen, die we moeten respecteren. Deze manier van werken en denken, zet ‘commons’ dus centraal en kan zelfs een heel andere soort economie tot stand brengen, waarin de ecologische (en maatschappelijke) grenzen gerespecteerd worden (Stikker, 2019). Kortom, door kleine aanpassingen aan wat we gewend zijn, bv. opensourcesoftware gebruiken, geven we de nodige aandacht aan de ruimte van het internet, opdat we deze kunnen herstellen.
KRITIEKE ZONES
Hoewel we duidelijk het motief van humanitair mappen kunnen verstaan als “hulpverlening na rampen vergemakkelijken" (MapSwipe, z.d.), denk ik dat we de educatieve waarde ervan niet mogen onderschatten, met name met betrekking tot een duurzaam bewustzijn creëren. DUURzaam wordt vaak als 'duur' woord in de mond genomen, als iets dat moet, je moet het zijn en we moeten het met z'n allen zo snel mogelijk realiseren want anders...
Zoals Swillens et al. (2021) het op begrip brengen, menen zij dat de ruimtes die we te zien krijgen op ons scherm kunnen beschouwd worden als kritieke zones. De naam wordt dubbel ingevuld; enerzijds als ruimte die aandacht nodig heeft omdat ze beschadigd is door bv. natuurgeweld, anderzijds als ruimte die er begint toe te doen voor mensen.
Binnen mappen is de eerste link snel gelegd naar een ‘beschadigde ruimte’ met klimaatverandering en ecologische problemen die hun tol eisen. Hoewel we als mens het liefst altijd de controle behouden over onze omgeving, kan de aarde vaak onverwacht uit de hoek komen. Ondanks dat de mens de aarde nog maar relatief ‘kort’ (in geologische termen…) bewoont en beïnvloedt, is onze impact erop enorm en waarschijnlijk wel het grootst van alle bewoners die de aarde heeft gehad in die lange tijd. Men spreekt wel eens over ‘het antropoceen’ (Vandenabeele, 2021). Deze term komt van “anthroopos” (ἄνθρωπος), wat ‘mens’ in het Grieks betekent en duidt veelal op ‘het tijdperk van de mens’. Door onze onmiskenbare invloed op de aarde, zijn er initiatieven als humanitair mappen nodig om de schade te beperken (Vandenabeele, 2021).
De tweede link naar kritieke ruimte zou ik iets metaforischer invullen dan een plaats die mensen kennen en er begint toe te doen voor hen in hun alledaags leven. Ik meen dat deze kritieke ruimtes een cruciale rol spelen in een globaler bewustzijn en engagement.
Naar analogie met Swillens et al. (2021) kan de smartphone of computer als tool veel in gang zetten en mediëren. Wanneer je mapt, raak je het scherm letterlijk aan door te tikken, swipen en mappen, je raakt ook in figuurlijke zin aan kwetsbare plaatsen. Een plaats die je hoogstwaarschijnlijk niet kende. Maar meer nog, Swillens et al. (2021) beweren zelfs dat je zelf ook ‘geraakt’ wordt. Je wordt met dank aan je computerscherm of smartphone in contact gebracht met een plaats die om aandacht vraagt. Ze benoemen dit als ‘haptic tools’, wat uit het Griekse “haptomai” (άπτομαι) komt wat ‘aanraken of beroeren’ betekent (Swillens et al., 2021). Op een figuurlijke manier raken de ruimtes die om aandacht vragen de mapper dus, met de smartphone als haptische tool (Swillens et al., 2021). Die ene plek, waar het mappen om draait is eerder een metafoor voor alle ruimtes die vandaag aangetast worden door klimaatverandering, ecologische problemen, socio-economische problemen… De betrokkenheid, het gevoel zelf iets te kunnen opbouwen door te mappen en samen een resultaat te realiseren, maakt dat mensen eigenaarschap voelen en er co-sperity ontstaat (Swillens et al., 2021). Dit laatste verwijst naar een collectieve hoop (van het Latijnse “spes”, hoop) tussen mensen die mogelijkheden (possibiliteiten) schept om de toekomst (duurzaam) vorm te geven (Swillens et al., 2021). Dit staat tegenover experts die vertellen -aan de hand van allerlei informatie die als enige waarheid gezien wordt- hoe een duurzame toekomst gerealiseerd moet worden (Swillens et al., 2021). Co-sperity wordt ook gerealiseerd door evenementen die rond mappen georganiseerd worden, bv. een mapathon waarbij mensen in groepjes stukken in kaart brengen als een soort event.
Kortom, duurzaamheid zou niet meer enkel als ‘duur’ woord verkocht moeten worden, maar er zou (ook) een bepaalde gevoeligheid en collectieve hoop tot actie bekomen kunnen worden wanneer de mens zichzelf ook laat aanraken of beroeren door ruimtes die aandacht vragen.
Op het eerste gezicht lijkt de praktijk van het humanitair mappen misschien niet zo ‘pedagogisch’, toch zijn er heel wat interessante (publieke) pedagogische dynamieken werkzaam in deze praktijk en is ze heel toegankelijk, open en publiek.
Er zit een dubbele gelaagdheid in mappen wat betreft de ‘ruimte’. Enerzijds bevinden we ons in een virtuele, online ruimte zonder landsgrenzen: internet. Anderzijds werken we aan een zeer specifieke ruimte die aandacht vraagt en waar we door worden geraakt.
Deze twee ruimtes met hun aanwezige dynamieken, kunnen we op basis van wat twee auteurs elk in hun eigen taal verwoorden, verder uitlichten. Zo wordt een praktische blik als het ware aangevuld met een nieuwe taal om ze zo nog meer op begrip te brengen. Ze menen dat er ‘iets schort’ aan een bepaalde ruimte. In wat volgt wordt daar dieper op ingegaan.
INTERNET ALS PUBLIEKE RUIMTE
Om te beginnen heb ik, naast een beperkte eigen ervaring, voor alle info over deze praktijk, beroep gedaan op “het internet” als soort bron… Door het enorme gebruiksgemak liet het me toe veel informatie te vinden. Het laat mij en u toe evenveel info te vinden, internet maakt tot op een zekere hoogte (en zeker wanneer het open source is) geen onderscheid in wie er toegang heeft. Het heeft in die zin een publieke meerwaarde, gelijkheid in toegankelijkheid en openheid, iets wat betalende artikels of boeken vaak niet hebben. Het is goed dat iedereen auteur kan zijn, maar het is een tweesnijdend zwaard. Ook mensen die er niets vanaf weten kunnen anoniem info delen met de wereld waardoor de betrouwbaarheid discutabel is.
Internet zorgt ervoor dat het klassieke begrip van samenleven, en ‘inwoner zijn van’ opgerokken wordt. We zijn nu immers allemaal een beetje bewoner van de gedeelde wereldwijde plek ‘internet’. Mappen brengt mensen over de hele wereld samen in een bepaalde ruimte (internet) rond een praktijk (kaarten maken) en rond een ruimte (de plaats die in kaart wordt gebracht).
Om te beginnen brengen we de ‘eerste ruimte’ op begrip. De ruimte die tot alle andere ruimtes toegang verschaft als het ware: het internet. Alle partners en oprichters van MapSwipe waren het erover eens dat de praktijk haar wortels in OpenStreetMap moest vinden (Missing Maps, z.d.). Hoewel ze ook gewoon Google Maps zouden kunnen gebruiken. Zij voelden dat deze ruimte een bepaalde aandacht nodig had, gezien hun werking is het van belang dat iedereen zich mede-maker voelt, en ook effectief is. Wanneer het via een privé- of commercieel initiatief zou gebeuren, draagt deze commerciële actor de rol van beheerder en eigenaar. Maar waarom vonden ze dit belangrijk? Het is van belang dat mensen over de hele wereld vrije toegang hebben tot dezelfde info en samen verder info kunnen toevoegen en dus de kaarten opbouwen, en ook verbeteren (OpenStreetMap, z.d.). Niemand zou aanspraak kunnen doen op het geleverde werk, het is ‘van niemand in het bijzonder, maar tegelijk van iedereen samen’. Dit wordt ook wel een opensourcewerking genoemd (OpenStreetMap, z.d.). De bron is open toegankelijk, wat wil zeggen dat iedereen ermee aan de slag kan zonder afhankelijk te zijn van één (vaak) commerciële partner die zijn diensten enkel tegen betaling aanbiedt. Dit in tegenstelling tot Google Maps, wiens bronmateriaal niet toegankelijk is om er zelf mee aan de slag te gaan.
Marleen Stikker heeft als filosofe ook een duidelijke visie op hoe de werking van internet zou moeten zijn. Zij onderschrijft het belang van open source initiatieven als OpenStreetMap en gaat zelfs nog verder. Volgens haar is het internet stuk, in die zin dat het tegenwoordig vooral een ‘brownfield’ is (Stikker, 2019). Commercieel winstbejag met competitie en privé-initiatieven staan centraal, met als gevolg een enorm verlies aan privacy en soevereiniteit (Stikker, 2019). Voor haar zou er een volledig nieuw narratief moeten komen waarin mensen praten over internet als een ‘greenfield’, een plek waar samenwerking of coöperatie en het publieke belang weer centraal staat (Stikker, 2019). MapSwipe, en zo goed als de hele werking van HumanitarianOpenStreetMapTeam berusten op het principe van internet als een ‘greenfield’ (Stikker, 2019). Meer nog, internet wordt als ‘common’ benoemd en beheerd (Stikker, 2019). Internet is net als een grondstof een materiële hulpbron voor de mens. Omdat het ‘van niemand in het bijzonder, maar van iedereen samen’ is, is het ook logisch dat het samen beheerd wordt. Dit gebeurt in het samen mappen: het maken en opbouwen van kaarten. Iedereen heeft evenveel toegang tot bronmateriaal, data en kan zijn bijdrage leveren aan het geheel met als doel ‘het gemeenschappelijke’ te dienen. We dragen collectief zorg voor internet door het op de manier van MapSwipe te behandelen. We zijn ons er dan van bewust dat dit geen vanzelfsprekendheid is en we zorgen zo voor een duurzame toekomst. In die zin dat we hulpbronnen niet mogen uitputten, en zo zorgdragen voor de aarde en de generaties na ons opdat zij het niet slechter zouden hebben dan wij. Internet kan misschien niet meteen in de letterlijke zin uitgeput raken, wel figuurlijk in de publieke rol die zij voorheen had. Door niet meer blindelings een grenzeloos winstbejag en een eindeloze groei na te streven, ziet de toekomst er duurzamer uit in die zin dat we niet alles zomaar tot het uiterste kunnen drijven. Er zijn nu eenmaal limieten aan hulpbronnen, die we moeten respecteren. Deze manier van werken en denken, zet ‘commons’ dus centraal en kan zelfs een heel andere soort economie tot stand brengen, waarin de ecologische (en maatschappelijke) grenzen gerespecteerd worden (Stikker, 2019). Kortom, door kleine aanpassingen aan wat we gewend zijn, bv. opensourcesoftware gebruiken, geven we de nodige aandacht aan de ruimte van het internet, opdat we deze kunnen herstellen.
KRITIEKE ZONES
Hoewel we duidelijk het motief van humanitair mappen kunnen verstaan als “hulpverlening na rampen vergemakkelijken" (MapSwipe, z.d.), denk ik dat we de educatieve waarde ervan niet mogen onderschatten, met name met betrekking tot een duurzaam bewustzijn creëren. DUURzaam wordt vaak als 'duur' woord in de mond genomen, als iets dat moet, je moet het zijn en we moeten het met z'n allen zo snel mogelijk realiseren want anders...
Zoals Swillens et al. (2021) het op begrip brengen, menen zij dat de ruimtes die we te zien krijgen op ons scherm kunnen beschouwd worden als kritieke zones. De naam wordt dubbel ingevuld; enerzijds als ruimte die aandacht nodig heeft omdat ze beschadigd is door bv. natuurgeweld, anderzijds als ruimte die er begint toe te doen voor mensen.
Binnen mappen is de eerste link snel gelegd naar een ‘beschadigde ruimte’ met klimaatverandering en ecologische problemen die hun tol eisen. Hoewel we als mens het liefst altijd de controle behouden over onze omgeving, kan de aarde vaak onverwacht uit de hoek komen. Ondanks dat de mens de aarde nog maar relatief ‘kort’ (in geologische termen…) bewoont en beïnvloedt, is onze impact erop enorm en waarschijnlijk wel het grootst van alle bewoners die de aarde heeft gehad in die lange tijd. Men spreekt wel eens over ‘het antropoceen’ (Vandenabeele, 2021). Deze term komt van “anthroopos” (ἄνθρωπος), wat ‘mens’ in het Grieks betekent en duidt veelal op ‘het tijdperk van de mens’. Door onze onmiskenbare invloed op de aarde, zijn er initiatieven als humanitair mappen nodig om de schade te beperken (Vandenabeele, 2021).
De tweede link naar kritieke ruimte zou ik iets metaforischer invullen dan een plaats die mensen kennen en er begint toe te doen voor hen in hun alledaags leven. Ik meen dat deze kritieke ruimtes een cruciale rol spelen in een globaler bewustzijn en engagement.
Naar analogie met Swillens et al. (2021) kan de smartphone of computer als tool veel in gang zetten en mediëren. Wanneer je mapt, raak je het scherm letterlijk aan door te tikken, swipen en mappen, je raakt ook in figuurlijke zin aan kwetsbare plaatsen. Een plaats die je hoogstwaarschijnlijk niet kende. Maar meer nog, Swillens et al. (2021) beweren zelfs dat je zelf ook ‘geraakt’ wordt. Je wordt met dank aan je computerscherm of smartphone in contact gebracht met een plaats die om aandacht vraagt. Ze benoemen dit als ‘haptic tools’, wat uit het Griekse “haptomai” (άπτομαι) komt wat ‘aanraken of beroeren’ betekent (Swillens et al., 2021). Op een figuurlijke manier raken de ruimtes die om aandacht vragen de mapper dus, met de smartphone als haptische tool (Swillens et al., 2021). Die ene plek, waar het mappen om draait is eerder een metafoor voor alle ruimtes die vandaag aangetast worden door klimaatverandering, ecologische problemen, socio-economische problemen… De betrokkenheid, het gevoel zelf iets te kunnen opbouwen door te mappen en samen een resultaat te realiseren, maakt dat mensen eigenaarschap voelen en er co-sperity ontstaat (Swillens et al., 2021). Dit laatste verwijst naar een collectieve hoop (van het Latijnse “spes”, hoop) tussen mensen die mogelijkheden (possibiliteiten) schept om de toekomst (duurzaam) vorm te geven (Swillens et al., 2021). Dit staat tegenover experts die vertellen -aan de hand van allerlei informatie die als enige waarheid gezien wordt- hoe een duurzame toekomst gerealiseerd moet worden (Swillens et al., 2021). Co-sperity wordt ook gerealiseerd door evenementen die rond mappen georganiseerd worden, bv. een mapathon waarbij mensen in groepjes stukken in kaart brengen als een soort event.
Kortom, duurzaamheid zou niet meer enkel als ‘duur’ woord verkocht moeten worden, maar er zou (ook) een bepaalde gevoeligheid en collectieve hoop tot actie bekomen kunnen worden wanneer de mens zichzelf ook laat aanraken of beroeren door ruimtes die aandacht vragen.
WAAROM MAPPEN EEN WEG IS NAAR EEN BETERE WERELD
Mappen kan een weg zijn, met de nadruk op een, naar een betere wereld. Een publieke pedagogiek kan subtiel zijn en kan vaak in de meest ‘eenvoudig’ ogende praktijken aanwezig zijn. Nee, we hebben niet altijd ‘experten’ nodig die ons bedelven onder de wetenschappelijke analyses over hoe we onze toekomst duurzaam en verdraagzaam kunnen vormgeven. Dé manier naar een betere wereld bestaat immers niet. Met MapSwipe, Mapathons en collectieven samengebracht door (humanitair) open mappen wordt duidelijk dat door échte aanraking -met tools, elkaar en een plek in de brede zin van het woord-, en samenwerking (al dan niet gemedieerd door internet als ruimte) veel in beweging kan worden gezet en gehouden.
Door ruimtes die om aandacht vragen, (terug) met zorg en collectieve aandacht te behandelen, kunnen we duurzame houdingen prikkelen. Internet mag nog meer dan nu het geval is als common worden gezien en zo beheerd, en laat ons allemaal co-sperity koesteren door ons te laten aanraken door plekken hier ver vandaan. Mappen is toegankelijk voor iedereen en is daarom echt open en publiek. Zo simpel als van zender naar zender zappen, kan het soms dus zijn. Kortom, mappen naar een betere wereld!
Mappen kan een weg zijn, met de nadruk op een, naar een betere wereld. Een publieke pedagogiek kan subtiel zijn en kan vaak in de meest ‘eenvoudig’ ogende praktijken aanwezig zijn. Nee, we hebben niet altijd ‘experten’ nodig die ons bedelven onder de wetenschappelijke analyses over hoe we onze toekomst duurzaam en verdraagzaam kunnen vormgeven. Dé manier naar een betere wereld bestaat immers niet. Met MapSwipe, Mapathons en collectieven samengebracht door (humanitair) open mappen wordt duidelijk dat door échte aanraking -met tools, elkaar en een plek in de brede zin van het woord-, en samenwerking (al dan niet gemedieerd door internet als ruimte) veel in beweging kan worden gezet en gehouden.
Door ruimtes die om aandacht vragen, (terug) met zorg en collectieve aandacht te behandelen, kunnen we duurzame houdingen prikkelen. Internet mag nog meer dan nu het geval is als common worden gezien en zo beheerd, en laat ons allemaal co-sperity koesteren door ons te laten aanraken door plekken hier ver vandaan. Mappen is toegankelijk voor iedereen en is daarom echt open en publiek. Zo simpel als van zender naar zender zappen, kan het soms dus zijn. Kortom, mappen naar een betere wereld!
REFERENTIES
- Humanitarian OpenStreetMap Team. (z.d.). HotOsm. Geraadpleegd op 21 januari 2022, van https://www.hotosm.org
- MapSwipe. (z.d.). MapSwipe. Geraadpleegd op 21 januari 2022, https://mapswipe.org/en/index.html
- Missing Maps. (z.d.). Missing Maps. Geraadpleegd op 21 januari 2022, van https://www.missingmaps.org/
- OpenStreetMap. (z.d.). OpenStreetMap. Geraadpleegd op 21 januari 2022, https://www.openstreetmap.org
- Stikker, M. (2019). Het internet is stuk. Maar we kunnen het repareren. De Geus.
- Swillens, V., Decuypere, M., Vandenabeele, J., & Vlieghe, J. (2021). Place-Sensing through Haptic Interfaces: Proposing an Alternative to Modern Sustainability Education. Sustainability, 13(8), 4204.
- Vandenabeele, J. (2021). Gemeenschapseducatie en publieke pedagogiek[Powerpoint-slides]. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, KU Leuven. Geraadpleegd op 21 januari 2021.