Torekes
De centrale casus in deze webtekst is een urban farming initiatief van Torekes vzw. Torekes is een project in de wijk Rabot-Blaisantvest (Gent) dat beheerd wordt door samenlevingsopbouw Gent. Een Toreke is een complementaire munt. Eén Toreke heeft namelijk de waarde van tien eurocent. Tien Torekes - zoals op de afbeelding - zijn dus een euro waard. Deze munt is een vergoeding die je kan krijgen door activiteiten te doen die de wijk Rabot-Blaisantvest aangenamer maken. Je kan bijvoorbeeld het onkruid wieden op pleinen, zwerfvuil opruimen, voorlezen in scholen, enzovoort. Per uur dat je een dergelijke activiteit doet, verdien je vijfentwintig Torekes (ongeacht leeftijd, geslacht, intensiteit van het werk…). De munt kan je dan op verschillende plaatsen in Rabot-Blaisantvest gebruiken om aankopen te doen. Het project heeft als doel om ontmoeting en sociale cohesie te faciliteren. Personen met verschillende achtergronden, onder andere uit minderheidsgroepen, komen samen op de ontmoetingsplek waardoor er een nieuwe gemeenschap gecreëerd wordt van mensen die normaliter niet of zeer weinig met elkaar in contact zouden komen. Het is binnen deze ontmoetingsplek dat ze samenkomen voor concrete activiteiten zoals tuinieren. Dit wordt gerealiseerd op de site van een afgebroken fabriek. Tijdens deze momenten worden maatschappelijke kwesties die betrekking hebben op het verzorgen van onze aarde in vraag gesteld. Er wordt gezocht naar en geleerd over duurzame alternatieven van samenleven. Door deze interactie met elkaar kan een gedeelde wereld tot stand komen. Bijvoorbeeld, mensen kunnen samenkomen om te picknicken en hierbij hun voedsel met elkaar delen. Concreet kan iemand soep gemaakt hebben en deze uitdelen aan anderen |
AuteurHans Schildermans is een postdoctoraal onderzoeker en werkt binnen het Educational Science Department van Wenen. Hij focust zich onder andere op praktijktheorie, sociale materialiteit en studiepraktijken in stadscontexten. Verder focuste hij zich in zijn doctoraatsproefschrift aan KU Leuven op duurzaamheid en studiepraktijken, en deze twee thema’s worden verder uitgewerkt in zijn tekst (Schildermans, Vandenabeele, & Vlieghe, 2019). Joke Vandenabeele is hoofddocent aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Tot haar opdracht behoort onder andere het doceren van het vak ‘Gemeenschapseducatie en Publieke Pedagogiek’ binnen de Master Onderwijs- en Vormingswetenschappen waarvoor we deze interessante website vormgeven, dit jaar met een specifieke focus op superdiversiteit en het Antropoceen. Ze spitst zich toe op het domein Educatie, Cultuur en Samenleving en verdiept zich in onderzoeksprojecten zoals het versterken van peer learning voor duurzame landbouw. Joris Vlieghe is tenure track docent aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Net als Joke Vandenabeele behoort hij tot het domein Educatie, Cultuur en Samenleving. Binnen deze faculteit geeft hij wijsgerige opleidingsonderdelen. Zijn onderzoeken spitsen zich onder meer toe op publieke pedagogiek en educatieve praktijken van duurzaamheidseducatie. Zijn meest recente publicaties hebben betrekking op de relatie tussen onderwijs en politiek, klassiek muziekonderwijs en klimaatproblemen in relatie tot het onderwijs. Deze drie auteurs situeren we binnen de stroming van het posthumanisme. Ze gaan er als posthumanist vanuit dat we in een tijdperk zijn beland dat gekenmerkt wordt door een samenspel tussen menselijke en niet-menselijke actoren. Ze proberen verschillende onderwerpen te onderzoeken vanuit een ‘more-than-human’ benadering. Deze benadering houdt in dat de mens niet meer centraal gesteld wordt. Bovendien worden de auteurs ook samengebracht door hun onderzoeken naar praktijken rond duurzaam omgaan met de omgeving. Deze tekst beschrijft een van de duurzame praktijken die ze onderzochten. |
Probleemstelling in relatie tot de kwesties
Hoe moeten we samenleven op een wereld die door de aanwezigheid van de mens onomkeerbaar aangetast is? Hoe kunnen we met zoveel diverse actoren (met elk hun eigen achtergrond) samenkomen, samenwerken en samenleven? Waar moeten we landen? Deze vragen stelde Bruno Latour zich in zijn boek “Waar kunnen we landen? Politieke oriëntatie in het Nieuwe Klimaatregime”. Met deze vraag wil Latour benadrukken dat we een alternatieve richting moeten uitgaan, weg van zowel het globale als het lokale. Deze heroriëntatie is nodig aangezien het ultieme lokale alsook de weg naar het modernisme in de huidige samenleving onmogelijk is. Er wordt gezocht naar een concrete plaats om ‘te landen’ die voor ons van belang is en waar we gezamenlijk zorg voor willen dragen. Schildermans et al. (2019) zoeken ook op deze vraag een antwoord aan de hand van het contextspecifieke stedelijk landbouw initiatief Torekes.
Een term die gebruikt kan worden om ons huidig klimaat en onze huidige wereldse toestand te illustreren, is het Antropoceen. Hiermee wordt het hedendaagse geologisch tijdvak bedoeld waarin wij als mens er bewust van zijn dat onze handelingen het klimaat en wereldsysteem beïnvloeden. Daarnaast is het in onze huidige tijd ook zeer kenmerkend dat we in een wereld leven waarin verschillende maatschappelijke subgroepen samen moeten leven. Dit wordt verduidelijkt in de Torekes case waarbij verschillende subgroepen (zoals buurtbewoners, mensen met een migratieachtergrond enzovoort) uit Gent samen komen in het verzorgen van de aangeboden grond en elkaar. Hierdoor krijgen ze voeling met elkaars leefwereld en de wereld rondom, en stellen ze samen genormaliseerde kwesties in vraag.
Deze mensen hebben allemaal verschillende achtergronden en profielen die zich in onze westerse publieke context bevinden. Binnen onze superdiverse wereld in het Antropoceen is het dan ook van belang om samen vorm te geven aan onze gezamenlijke toekomst die onvermijdelijk betrekking heeft op duurzaamheid en klimaatproblemen. De tekst van Schildermans et al. (2019) tracht een antwoord te bieden op hoe we dit kunnen realiseren, waar we kunnen landen.
Een term die gebruikt kan worden om ons huidig klimaat en onze huidige wereldse toestand te illustreren, is het Antropoceen. Hiermee wordt het hedendaagse geologisch tijdvak bedoeld waarin wij als mens er bewust van zijn dat onze handelingen het klimaat en wereldsysteem beïnvloeden. Daarnaast is het in onze huidige tijd ook zeer kenmerkend dat we in een wereld leven waarin verschillende maatschappelijke subgroepen samen moeten leven. Dit wordt verduidelijkt in de Torekes case waarbij verschillende subgroepen (zoals buurtbewoners, mensen met een migratieachtergrond enzovoort) uit Gent samen komen in het verzorgen van de aangeboden grond en elkaar. Hierdoor krijgen ze voeling met elkaars leefwereld en de wereld rondom, en stellen ze samen genormaliseerde kwesties in vraag.
Deze mensen hebben allemaal verschillende achtergronden en profielen die zich in onze westerse publieke context bevinden. Binnen onze superdiverse wereld in het Antropoceen is het dan ook van belang om samen vorm te geven aan onze gezamenlijke toekomst die onvermijdelijk betrekking heeft op duurzaamheid en klimaatproblemen. De tekst van Schildermans et al. (2019) tracht een antwoord te bieden op hoe we dit kunnen realiseren, waar we kunnen landen.
Antwoorden op probleemstellingDe auteurs stellen voor om studiepraktijken te gebruiken als landingsbasis voor het aanpakken van de voordien beschreven probleemstelling. Studiepraktijken zijn educatieve initiatieven waarbij personen samenkomen en stilstaan rond een lokaal probleem om dit te onderzoeken en te bediscussiëren. Dit doen ze onder andere aan de hand van lokale actoren, deze zijn zowel materieel als immaterieel. Binnen de Torekes case zijn de relaties tussen mensen bijvoorbeeld een immateriële actor en de Torekes een materiële actor. Deze actoren laten toe om concrete problemen te bestuderen. Bij Torekes worden bijvoorbeeld de vragen “wat is arbeid?” en “wat is geld?” ter discussie gesteld. Dit om nieuwe manieren in beeld te brengen om het probleem aan te pakken en gevoelig te worden voor de dynamieken die spelen binnen de concrete situatie. Deze dynamieken worden hieronder verder besproken.
|
Tijdens samenkomsten binnen het project Torekes, stoten de actoren op verschillende maatschappelijke vragen. “Waarom krijgen we Torekes en niet gewoon euro’s?”, “Op welke manier kunnen we de grond het best bewerken en wat is de waarde hiervan?”. Vragen rond armoede, sociale uitsluiting, beperkte werkgelegenheden en het aftakelen van het klimaat treden binnen het Torekes initiatief op de voorgrond. Binnen de gemeenschap die hier gebouwd wordt, gaan de betrokkenen zich op deze manier samen verhouden tot deze kwesties die onlosmakelijk verbonden zijn aan hun dagelijkse leven. Hierdoor wordt het Torekes initiatief dan ook bekeken als een concrete studiepraktijk die een gedeelde wereld mogelijk maakt. |
Centrale concepten
Concept 1 |
Compositie: Compositie is één van de drie educatieve dynamieken die we terugvinden bij het bestuderen van de studiepraktijk Torekes. Compositie gaat over het samenbrengen van mensen, dieren en voorwerpen en de relaties die hiertussen ontstaan. Deze relaties tussen menselijke en niet-menselijke zaken maken leren mogelijk. Actoren worden deel van een bepaald ritme van werken en ze creëren op deze manier kwaliteitsvolle relaties. In de case Torekes komen mensen uit eenzelfde buurt samen om vrijwilligerswerk uit te voeren. Deze mensen met een diverse culturele achtergrond bouwen samen mee aan een gedeelde wereld. Deze praktijk gaat echter verder dan het tegemoetkomen aan een sociale cohesie: mensen leren ook uit de interacties. Hun individuele wereld maakt plaats voor een collectieve ruimte waar ze met anderen kunnen samenleven én leren. Enerzijds leven mensen op een bepaalde manier samen, maar anderzijds dragen ze bij aan een gemeenschappelijke wereld. Ze dragen zorg voor de plaats en situatie waarin ze leven. Ze delen dezelfde grond, maar ook dezelfde vragen
|
Problematiseren: Het tweede concept dat we toelichten is net als compositie een educatieve dynamiek. Problematiseren heeft betrekking tot het in vraag stellen van de gangbare zaken in een specifieke praktijk. Vaak kan een concreet object of materiaal aanleiding geven tot het ervaren van een problematische situatie. Zoals eerder vermeld gebruikt men in de case een alternatieve munt. Deze munt creëerde een omgeving waar gangbare en normale aspecten geproblematiseerd kunnen worden bij de buurtbewoners. Een uur vrijwilligerswerk wordt gelijkgesteld aan het krijgen van 25 Torekes. Er wordt echter geen rekening gehouden met het soort arbeid, intensiteit of kwaliteit van de arbeid, leeftijd of gender van de vrijwilliger. Bij de opstart van het project was het gebruik en het inruilen van Torekes voor goederen en diensten iets dat normaal geacht werd. Later begonnen buurtbewoners hierover na te denken en dit te bediscussiëren met elkaar. Ze stelden zich onder andere de vraag: “Moeten we betaald worden voor ons werk of doen we ons werk vrijwillig?” Door kritisch na te denken ontstond er een ‘slowdown’ - een vertraging - en politieke emancipatie in hun handelen. Mensen werden bewust van de waarde van arbeid en geld.
|
Concept 2 |
Concept 3 |
Aandacht: De laatste en derde educatieve dynamiek die we terugvinden in studiepraktijk is aandacht. Aandacht gaat enerzijds over dat je aanwezig bent ten opzichte van de andere mensen en dingen, maar dat je er ook zorg voor draagt. Daarnaast kan dit aandachtig zijn uitnodigen tot het nadenken over een toekomst die verschillend is van degene die voor de hand liggend is. In de case hebben buurtbewoners aandacht voor verschillende manieren waarop ze geld kunnen verdienen. Hier wordt dieper op ingegaan bij het concept “problematiseren”. Vaak zijn deze buurtbewoners uitgesloten van de arbeidsmarkt, maar door de introductie van Torekes is het voor hen toch mogelijk om een klein inkomen te krijgen.
|
Citaten
We have all become migrants. (p. 90) Wanneer we het gedachtegoed van het Antropoceen volgen, kunnen we stellen dat onze planeet onomkeerbaar beschadigd is. We hebben hierdoor geen – of toch niet voldoende – grond of oppervlakte om fatsoenlijk op te leven. In die zin zijn we allen migrant geworden. We zijn namelijk steeds op zoek naar nieuwe manieren om samen te kunnen leven.
Torekes wordt als studiepraktijk aangeboden om zo’n nieuwe richting te bieden. Deze distantieert zich van een continuüm tussen het lokale waarin mensen helemaal tot zichzelf proberen terug te plooien en het globale waar aanhangers van de modernisering steeds vooruit willen. Bij deze nieuwe richting kijkt men namelijk naar de aarde zoals ze is. In the case of Torekes, it is upon the concrete floor of a former factory site that people start to create a common world together amidst crops and questions. (p.106) |
It is our contention that an analysis in terms of study practices allows Torekes to come to matter in an educational way in debates about ways of living on a damaged planet (p.104) Met dit citaat willen we aangeven dat de auteurs studiepraktijken zoals het Torekes project gebruiken om een pedagogisch antwoord te bieden op de vraag van hoe we samen moeten leven op een beschadigde planeet. Torekes bekijken als een studiepraktijk geeft ruimte voor vertraging. De betrokkenen gaan samen stilstaan rond kwesties die om aandacht vragen en gaan zo antwoorden formuleren op de verschillende vragen rond duurzaamheid waar ze mee in aanraking komen tijdens hun dagelijkse praktijk.
We hebben gekozen voor dit citaat omdat het volgens ons de theorie en het praktijkvoorbeeld uit de tekst mooi samenvat. In de Torekes-wijk werd er op de site van een oude fabriek een heel landbouwproject opgestart. Binnen dit project wordt er de mogelijkheid ontwikkeld om als buurtbewoners samen te werken en samen iets op te bouwen, men creëert dus als het ware een gezamenlijke wereld. Men verwijst in dit citaat ook nog eens naar de studiepraktijk via het woord “questions”. Hiermee bedoelt men de vragen die bij de buurtbewoners kunnen opduiken als resultaat van dit project. |
REFERENTIE
Vlieghe, J., Schildermans, H., Vandenabeele, J. (2019). Study Practices and the Creation of a Common World. Unearthing the dynamics of an urban farming initiative. Teoría de la Educación. Revista Interuniversitaria, 31 (2), 87-108
Vlieghe, J., Schildermans, H., Vandenabeele, J. (2019). Study Practices and the Creation of a Common World. Unearthing the dynamics of an urban farming initiative. Teoría de la Educación. Revista Interuniversitaria, 31 (2), 87-108