Examenpaper van Viane Kim
INLEIDING
De laatste twintig jaar stijgt de superdiversiteit in het Vlaamse Gewest. Ook in de Vlaamse centrumstad Oostende toont de Lokale Inburgerings- en Integratiemonitor van Statistiek Vlaanderen (2018) aan dat het internationale migratiesaldo omhoog gaat. Superdiversiteit is meer dan alleen een synoniem voor diversiteit of multiculturaliteit. De term, bedacht door Steven Vertovec (2007), staat voor een nieuwe fase op het vlak van de migratie en demografie op onze planeet. Hoe gaat de stad Oostende om met de snelheid waarmee de demografie in de stad verandert en met de hybriditeit in de achtergronden van migranten (meer nationaliteiten, meertaligheid, groeiende religieuze diversiteit, diversiteit in sociaal-economische posities …)?
Vanuit bovenstaande vragen gaan we in deze paper op zoek naar een initiatief dat op een zorgzame manier de superdiversiteit in Oostende omarmt. We analyseren deze praktijk via de (onderzoeks)literatuur die deel uitmaakt van het opleidingsonderdeel Gemeenschapseducatie en Publieke Pedagogiek aan de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de KULeuven en zoeken via deze analyse een antwoord op de vraag hoe in de gekozen praktijk een specifieke pedagogiek werkzaam is rond de kwestie van superdiversiteit.
De laatste twintig jaar stijgt de superdiversiteit in het Vlaamse Gewest. Ook in de Vlaamse centrumstad Oostende toont de Lokale Inburgerings- en Integratiemonitor van Statistiek Vlaanderen (2018) aan dat het internationale migratiesaldo omhoog gaat. Superdiversiteit is meer dan alleen een synoniem voor diversiteit of multiculturaliteit. De term, bedacht door Steven Vertovec (2007), staat voor een nieuwe fase op het vlak van de migratie en demografie op onze planeet. Hoe gaat de stad Oostende om met de snelheid waarmee de demografie in de stad verandert en met de hybriditeit in de achtergronden van migranten (meer nationaliteiten, meertaligheid, groeiende religieuze diversiteit, diversiteit in sociaal-economische posities …)?
Vanuit bovenstaande vragen gaan we in deze paper op zoek naar een initiatief dat op een zorgzame manier de superdiversiteit in Oostende omarmt. We analyseren deze praktijk via de (onderzoeks)literatuur die deel uitmaakt van het opleidingsonderdeel Gemeenschapseducatie en Publieke Pedagogiek aan de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de KULeuven en zoeken via deze analyse een antwoord op de vraag hoe in de gekozen praktijk een specifieke pedagogiek werkzaam is rond de kwestie van superdiversiteit.
De zoektocht start op de website van de stad Oostende zelf, waar verschillende initiatieven met betrekking tot mens en samenleving verzameld zijn onder de rubrieken armoede en welzijn. Ons oog viel al snel op de buddywerking ‘Compagnons’. Om nieuwkomers met of zonder een migratieachtergrond te ondersteunen in het vinden van hun ‘draai’ in de stad en in het opbouwen van een sociaal netwerk richtten FMDO vzw en de Stad Oostende in 2016 het buddyproject Compagnons op. Het project zet zich in om inwoners van Oostende te koppelen aan nieuwkomers met een leefloon, een equivalent leefloon of aan nieuwkomers met een migratieachtergrond. De meeste informatie halen we van de website van de stad Oostende en het FMDO zelf. De bronnen introduceren de buddywerking en geven een beknopt overzicht van het doel van de praktijk, de werkwijze en bij wie je terecht kan voor meer informatie. Een diepgaande toelichting over de opstart van het initiatief en de specifieke aanleiding ervoor vinden we niet terug. Ondanks de ontbrekende aanleiding beantwoordt dit initiatief aan ons beeld van een zorgzame praktijk waarmee organisatoren de stijgende superdiversiteit willen omarmen en nieuwkomers een thuishaven willen bieden.
PEDAGOGISCHE WERKZAAMHEID
Gastvrijheid of aanwezigheid?
Op de website van Stad Oostende lezen we:
De praktische en actiegerichte ondersteuning door de compagnons in het dagelijkse leven is een grote meerwaarde: het vergemakkelijkt de integratie van nieuwkomers (…). Voor de nieuwkomers is dit een extra mogelijkheid om Nederlands te oefenen.
Jonathan Darling schreef in 2014 From Hospitality to Presence waarin hij pleit voor een andere manier waarop naties, landen of steden kunnen omgaan met nieuwkomers. Hij zet zich af tegen de manier waarop het politiek veld migranten met voorwaarden “verwelkomt”. Die gastvrijheid, zoals hij het benoemt, gaat steeds gepaard met een vorm van hiërarchie waarin het ‘gastland’ of de ‘gaststad’ de macht behoudt om de migrant, indien hij of zij niet voldoet aan bepaalde voorwaarden, weg te sturen. Het citaat toont aan dat ook de stad Oostende niet vrij is van die perceptie op nieuwkomers. Door de term ‘integratie’ te gebruiken, profileert de stad zich als een politiek orgaan met specifieke verwachtingen tegenover de migranten. Nieuwkomers worden vanuit deze optiek geacht zich in de Oostendse gemeenschap te integreren en hiervoor de nodige inspanningen te doen, zoals de Nederlandse taal te leren.
Darling (2014) geeft drie mogelijke alternatieven mee voor gastvrijheid, namelijk informeel burgerschap, opstandig burgerschap en recht op de stad. Samengevat zijn dit manieren waarop (illegale) migranten, al dan niet anoniem, aanwezig zijn in de stad en deelnemen aan het stadsgebeuren, waardoor er een wederzijdse beïnvloeding ontstaat en men samen bouwt aan de verdere toekomst. Migranten krijgen een stem in het maatschappelijk debat, ongeacht hun wettelijk statuut. Hij ziet steden als centrale actoren die voor solidariteit in de samenleving kunnen zorgen, namelijk doordat ze de aanwezigheid van migranten als voldoende achten om om er deel van uit te maken. De algemene visie van het FMDO, de andere organisator van Compagnons, sluit hierbij aan:
Samen creëren we ruimte voor dialoog en ontmoeting. We zetten in op vernieuwende initiatieven die de maatschappelijke deelname en de stem van mensen met een migratieachtergrond in het publieke debat versterken. Vanuit de kracht van diversiteit bouwen we bruggen tussen mensen en overstemmen we polarisering op een positieve manier. We gaan voluit voor een warme samenleving waaraan iedereen gelijkwaardig deelneemt, waar iedereen zich thuis en verbonden voelt en waar mensen hun culturele identiteit vrij kunnen beleven.
We kunnen besluiten dat er mogelijks vanuit twee verschillende percepties gebouwd wordt aan de praktijk van Compagnons, maar dit doet de inspanningen die geleverd worden daarom niet teniet en het sluit ook niet uit dat de stad Oostende zich op termijn een eerder ‘Darlingistische’ visie op migratie eigen zou kunnen maken.
Gastvrijheid of aanwezigheid?
Op de website van Stad Oostende lezen we:
De praktische en actiegerichte ondersteuning door de compagnons in het dagelijkse leven is een grote meerwaarde: het vergemakkelijkt de integratie van nieuwkomers (…). Voor de nieuwkomers is dit een extra mogelijkheid om Nederlands te oefenen.
Jonathan Darling schreef in 2014 From Hospitality to Presence waarin hij pleit voor een andere manier waarop naties, landen of steden kunnen omgaan met nieuwkomers. Hij zet zich af tegen de manier waarop het politiek veld migranten met voorwaarden “verwelkomt”. Die gastvrijheid, zoals hij het benoemt, gaat steeds gepaard met een vorm van hiërarchie waarin het ‘gastland’ of de ‘gaststad’ de macht behoudt om de migrant, indien hij of zij niet voldoet aan bepaalde voorwaarden, weg te sturen. Het citaat toont aan dat ook de stad Oostende niet vrij is van die perceptie op nieuwkomers. Door de term ‘integratie’ te gebruiken, profileert de stad zich als een politiek orgaan met specifieke verwachtingen tegenover de migranten. Nieuwkomers worden vanuit deze optiek geacht zich in de Oostendse gemeenschap te integreren en hiervoor de nodige inspanningen te doen, zoals de Nederlandse taal te leren.
Darling (2014) geeft drie mogelijke alternatieven mee voor gastvrijheid, namelijk informeel burgerschap, opstandig burgerschap en recht op de stad. Samengevat zijn dit manieren waarop (illegale) migranten, al dan niet anoniem, aanwezig zijn in de stad en deelnemen aan het stadsgebeuren, waardoor er een wederzijdse beïnvloeding ontstaat en men samen bouwt aan de verdere toekomst. Migranten krijgen een stem in het maatschappelijk debat, ongeacht hun wettelijk statuut. Hij ziet steden als centrale actoren die voor solidariteit in de samenleving kunnen zorgen, namelijk doordat ze de aanwezigheid van migranten als voldoende achten om om er deel van uit te maken. De algemene visie van het FMDO, de andere organisator van Compagnons, sluit hierbij aan:
Samen creëren we ruimte voor dialoog en ontmoeting. We zetten in op vernieuwende initiatieven die de maatschappelijke deelname en de stem van mensen met een migratieachtergrond in het publieke debat versterken. Vanuit de kracht van diversiteit bouwen we bruggen tussen mensen en overstemmen we polarisering op een positieve manier. We gaan voluit voor een warme samenleving waaraan iedereen gelijkwaardig deelneemt, waar iedereen zich thuis en verbonden voelt en waar mensen hun culturele identiteit vrij kunnen beleven.
We kunnen besluiten dat er mogelijks vanuit twee verschillende percepties gebouwd wordt aan de praktijk van Compagnons, maar dit doet de inspanningen die geleverd worden daarom niet teniet en het sluit ook niet uit dat de stad Oostende zich op termijn een eerder ‘Darlingistische’ visie op migratie eigen zou kunnen maken.
PEDAGOGISCHE WERKZAAMHEID
Temporaliteit: samen tijd maken
In de toelichting op de websites geeft men aan dat vrije tijd een essentiële component is in de praktijk, en dat er ingezet wordt op samen dingen doen. De organisatie zelf geeft aan dat dit is omdat men wil vermijden dat buddy’s een hulpverlenende rol op zich zouden nemen, maar we kunnen een diepgaandere analyse maken van wat deze vrije tijd net zo essentieel maakt.
Wapenaar (2014) heeft het in haar essay Entanglements of Time over hoe lichamen (menselijk en niet-menselijk) interageren met elkaar wanneer ze elkaar ontmoeten in de tijd. En, hoe ze elkaar doorheen deze ontmoeting beïnvloeden en een eigen verhaal ontwikkelen. De essentie van Wapenaars essay speelt zich af tussen de kleuters, de materialen en de tijd in het klaslokaal, maar je kan haar pleidooi voor een ander soort tijd ook aan deze praktijk koppelen en hiermee een specifieke pedagogiek blootleggen. Vervolgens focussen we ook op Joseph Campisi en zijn artikel The Joy of Cooking (2013). Hoewel de context waarbinnen het artikel zich bevindt, focust op de Slow Food Movement - en de relatie van voeding (en koken) met de mens, tijd en de natuur - kun je Campisi’s pleidooi om te vertragen en tijd te maken voor een (kook)activiteit ook binnen de context van Compagnons hanteren. We proberen dan ook via de concepten uit the Joy of Cooking (2013) de specifieke pedagogiek van het gekozen initiatief te expliciteren, namelijk het belang van samen tijd maken.
Chronotijd
Allereerst onderscheidt Wapenaar (2014) tijd als een sociale constructie, een soort van ‘technische’ tijd of chronotijd die wij als mens onszelf en anderen opleggen, bv. onder de vorm van een uurrooster. Zo stelt ze dat we kleuters laten kennismaken met tijd als iets wat opgelegd wordt en dient te worden nageleefd. We leren hen over de klok, dagen, uren, minuten en seconden, maar we staan onvoldoende stil bij wat tijd nog meer kan zijn dan deze sociale constructie. Wanneer een buddy en een compagnon in hun ‘vrije tijd’ afspreken, dan is dit moment ook gekoppeld aan een vorm van chronotijd, namelijk het uur waarop men afspreekt en dat afgesproken uur is een sociale constructie opgelegd door de maatschappij. Maar, dat is niet wat tijd inhoudt volgens Wapenaar (2014). In de volgende alinea focussen we ons op wat durende tijd inhoudt en hoe we naar de vrije tijd die voor Compagnons zo centraal staat, kunnen kijken vanuit deze visie.
Durende tijd
Tijd is volgens Wapenaar (2014) de verstrengeling of de verwevenheid van menselijke en niet-menselijke actoren die niet louter passief aanwezig zijn, maar allen actieve handelingen uitvoeren en elkaar als dusdanig beïnvloeden. Zij benoemt dit als intra-activiteit. Zo kan het zijn dat de buddy en compagnon samen naar een match van KV Oostende gaan kijken of een theatervoorstelling meepikken. De gekozen activiteit, de materialen (stoelen, tafels, drankjes, hapjes …), de andere aanwezigen, de geluiden van acties op de plaats van afspraak geraken tijdens deze ontmoeting als het ware verstrengeld in de tijd en interageren met elkaar. Ze geven allen mee vorm aan de ontmoeting en maken deel uit van het proces van betekenisgeving die deze ontmoeting met zich meebrengt. Elke menselijke en niet-menselijke actor draagt tijdens de activiteit bij aan de relatie die de buddy en de compagnon in kwestie samen willen opbouwen. Deze durende tijd, in tegenstelling tot de eerder vermelde chronotijd, kun je dus zien als een proces, een ononderbroken geheel waar verleden, heden en toekomst in samenkomen. Tijd schrijft in deze context mee aan het verhaal van de nieuwkomer die op zoek is in de stad naar een thuishaven en een sociaal netwerk van menselijke en niet-menselijke actoren om zich in te wortelen, maar ook aan het verhaal van de buddy die mee wil helpen bouwen aan een positieve superdiverse samenleving.
Vertragen
Aansluitend op de koppeling met het essay van Wapenaar (2014) kunnen we de ontmoeting(en) en activiteit(en) tussen buddy en compagnon ook zien als een pleidooi om te vertragen en bewust tijd te maken voor elkaar en de gekozen activiteit.
Een buddy is een vrijwilliger die er bewust voor kiest mee te helpen aan het bouwen van een superdiverse samenleving waar iedereen, ongeacht zijn achtergrond, een gelijkwaardige stem heeft in het publieke debat. De werkwijze die de organisatie hanteert bij het selectieproces van de buddy’s toont aan dat net die ingesteldheid als zeer belangrijk wordt gezien. Van een buddy wordt verwacht dat hij of zij positief in het leven staat, respectvol, sociaal, integer, geduldig en empathisch is. Kandidaatbuddy’s doorlopen een intakegesprek en kunnen verschillende vormingen volgen om hun compagnon optimaal bij te staan. Een buddy maakt dus bewust en vrijwillig tijd voor het initiatief. Ook de compagnon die, net als een buddy, zijn eigen verleden en heden meedraagt, op verschillende manieren op zoek is om zich te wortelen in de stad en zich probeert te schikken naar de dynamiek en de snelheid waarmee de samenleving voortraast, maakt bewust tijd vrij om deel te nemen aan het initiatief. Aan het begin van de relatie zijn de buddy en de compagnon nog vreemden voor elkaar en door de activiteiten die ze samen doen, leren ze elkaar kennen.
Die bewuste omgang met elkaar noemt Campisi (2013) focal practice. Ze maken tijd samen, ze vertragen als het ware de snelheid waarmee de maatschappij hen probeert vooruit te duwen via allerlei verschillende technologieën - of devices, zoals Campisi (2013) ze benoemd - om bewust stil te staan bij de waarde van het uitbouwen van een relatie met elkaar en de materialiteit (plaatsen, evenementen, gebouwen, …) van de stad.
Temporaliteit: samen tijd maken
In de toelichting op de websites geeft men aan dat vrije tijd een essentiële component is in de praktijk, en dat er ingezet wordt op samen dingen doen. De organisatie zelf geeft aan dat dit is omdat men wil vermijden dat buddy’s een hulpverlenende rol op zich zouden nemen, maar we kunnen een diepgaandere analyse maken van wat deze vrije tijd net zo essentieel maakt.
Wapenaar (2014) heeft het in haar essay Entanglements of Time over hoe lichamen (menselijk en niet-menselijk) interageren met elkaar wanneer ze elkaar ontmoeten in de tijd. En, hoe ze elkaar doorheen deze ontmoeting beïnvloeden en een eigen verhaal ontwikkelen. De essentie van Wapenaars essay speelt zich af tussen de kleuters, de materialen en de tijd in het klaslokaal, maar je kan haar pleidooi voor een ander soort tijd ook aan deze praktijk koppelen en hiermee een specifieke pedagogiek blootleggen. Vervolgens focussen we ook op Joseph Campisi en zijn artikel The Joy of Cooking (2013). Hoewel de context waarbinnen het artikel zich bevindt, focust op de Slow Food Movement - en de relatie van voeding (en koken) met de mens, tijd en de natuur - kun je Campisi’s pleidooi om te vertragen en tijd te maken voor een (kook)activiteit ook binnen de context van Compagnons hanteren. We proberen dan ook via de concepten uit the Joy of Cooking (2013) de specifieke pedagogiek van het gekozen initiatief te expliciteren, namelijk het belang van samen tijd maken.
Chronotijd
Allereerst onderscheidt Wapenaar (2014) tijd als een sociale constructie, een soort van ‘technische’ tijd of chronotijd die wij als mens onszelf en anderen opleggen, bv. onder de vorm van een uurrooster. Zo stelt ze dat we kleuters laten kennismaken met tijd als iets wat opgelegd wordt en dient te worden nageleefd. We leren hen over de klok, dagen, uren, minuten en seconden, maar we staan onvoldoende stil bij wat tijd nog meer kan zijn dan deze sociale constructie. Wanneer een buddy en een compagnon in hun ‘vrije tijd’ afspreken, dan is dit moment ook gekoppeld aan een vorm van chronotijd, namelijk het uur waarop men afspreekt en dat afgesproken uur is een sociale constructie opgelegd door de maatschappij. Maar, dat is niet wat tijd inhoudt volgens Wapenaar (2014). In de volgende alinea focussen we ons op wat durende tijd inhoudt en hoe we naar de vrije tijd die voor Compagnons zo centraal staat, kunnen kijken vanuit deze visie.
Durende tijd
Tijd is volgens Wapenaar (2014) de verstrengeling of de verwevenheid van menselijke en niet-menselijke actoren die niet louter passief aanwezig zijn, maar allen actieve handelingen uitvoeren en elkaar als dusdanig beïnvloeden. Zij benoemt dit als intra-activiteit. Zo kan het zijn dat de buddy en compagnon samen naar een match van KV Oostende gaan kijken of een theatervoorstelling meepikken. De gekozen activiteit, de materialen (stoelen, tafels, drankjes, hapjes …), de andere aanwezigen, de geluiden van acties op de plaats van afspraak geraken tijdens deze ontmoeting als het ware verstrengeld in de tijd en interageren met elkaar. Ze geven allen mee vorm aan de ontmoeting en maken deel uit van het proces van betekenisgeving die deze ontmoeting met zich meebrengt. Elke menselijke en niet-menselijke actor draagt tijdens de activiteit bij aan de relatie die de buddy en de compagnon in kwestie samen willen opbouwen. Deze durende tijd, in tegenstelling tot de eerder vermelde chronotijd, kun je dus zien als een proces, een ononderbroken geheel waar verleden, heden en toekomst in samenkomen. Tijd schrijft in deze context mee aan het verhaal van de nieuwkomer die op zoek is in de stad naar een thuishaven en een sociaal netwerk van menselijke en niet-menselijke actoren om zich in te wortelen, maar ook aan het verhaal van de buddy die mee wil helpen bouwen aan een positieve superdiverse samenleving.
Vertragen
Aansluitend op de koppeling met het essay van Wapenaar (2014) kunnen we de ontmoeting(en) en activiteit(en) tussen buddy en compagnon ook zien als een pleidooi om te vertragen en bewust tijd te maken voor elkaar en de gekozen activiteit.
Een buddy is een vrijwilliger die er bewust voor kiest mee te helpen aan het bouwen van een superdiverse samenleving waar iedereen, ongeacht zijn achtergrond, een gelijkwaardige stem heeft in het publieke debat. De werkwijze die de organisatie hanteert bij het selectieproces van de buddy’s toont aan dat net die ingesteldheid als zeer belangrijk wordt gezien. Van een buddy wordt verwacht dat hij of zij positief in het leven staat, respectvol, sociaal, integer, geduldig en empathisch is. Kandidaatbuddy’s doorlopen een intakegesprek en kunnen verschillende vormingen volgen om hun compagnon optimaal bij te staan. Een buddy maakt dus bewust en vrijwillig tijd voor het initiatief. Ook de compagnon die, net als een buddy, zijn eigen verleden en heden meedraagt, op verschillende manieren op zoek is om zich te wortelen in de stad en zich probeert te schikken naar de dynamiek en de snelheid waarmee de samenleving voortraast, maakt bewust tijd vrij om deel te nemen aan het initiatief. Aan het begin van de relatie zijn de buddy en de compagnon nog vreemden voor elkaar en door de activiteiten die ze samen doen, leren ze elkaar kennen.
Die bewuste omgang met elkaar noemt Campisi (2013) focal practice. Ze maken tijd samen, ze vertragen als het ware de snelheid waarmee de maatschappij hen probeert vooruit te duwen via allerlei verschillende technologieën - of devices, zoals Campisi (2013) ze benoemd - om bewust stil te staan bij de waarde van het uitbouwen van een relatie met elkaar en de materialiteit (plaatsen, evenementen, gebouwen, …) van de stad.
BESLUIT
De Kracht van je Stem is een website van het Vlaams Parlement met lesmateriaal om jongeren kennis over politieke systemen en een zekere mate van burgerzin mee te geven. Door in de titel ‘je’ te vervangen door ‘ieders’ willen we expliciteren dat werkelijk iedereen, ongeacht zijn of haar wettelijke status, de mogelijkheid moet hebben om bij te dragen aan het publieke debat om de samenleving mee vorm te geven en het is nu eenmaal aan het politieke veld om ook migranten die erkenning te geven.
Onze gekozen praktijk Compagnons streeft hiernaar en sluit aan bij de alternatieven (Darling, 2014) voor de negatief geladen term ‘gastvrijheid’ die het politiek domein vandaag beheerst. Op basis van de geraadpleegde bronnen besluiten we dat vooral het FMDO zich hiertegen afzet, maar we sluiten ook niet uit dat de stad Oostende zich in deze visie kan vinden.
Compagnons biedt perspectief aan de vele nieuwkomers die hun weg zoeken binnen de maatschappij en de mogelijkheden en grenzen van hun eigen burgerschap aftasten. Samen tijd maken staat centraal en duidt op het belang van bewust omgaan met tijd, met elkaar en met de dingen.
Ervoor zorgen dat iedereen een gelijkwaardige deelname aan het publieke debat krijgt, getuigt van een positieve perceptie op de kwestie van superdiversiteit en laat Compagnons nu net een praktijk zijn waar we die positieve perceptie hebben teruggevonden.
De Kracht van je Stem is een website van het Vlaams Parlement met lesmateriaal om jongeren kennis over politieke systemen en een zekere mate van burgerzin mee te geven. Door in de titel ‘je’ te vervangen door ‘ieders’ willen we expliciteren dat werkelijk iedereen, ongeacht zijn of haar wettelijke status, de mogelijkheid moet hebben om bij te dragen aan het publieke debat om de samenleving mee vorm te geven en het is nu eenmaal aan het politieke veld om ook migranten die erkenning te geven.
Onze gekozen praktijk Compagnons streeft hiernaar en sluit aan bij de alternatieven (Darling, 2014) voor de negatief geladen term ‘gastvrijheid’ die het politiek domein vandaag beheerst. Op basis van de geraadpleegde bronnen besluiten we dat vooral het FMDO zich hiertegen afzet, maar we sluiten ook niet uit dat de stad Oostende zich in deze visie kan vinden.
Compagnons biedt perspectief aan de vele nieuwkomers die hun weg zoeken binnen de maatschappij en de mogelijkheden en grenzen van hun eigen burgerschap aftasten. Samen tijd maken staat centraal en duidt op het belang van bewust omgaan met tijd, met elkaar en met de dingen.
Ervoor zorgen dat iedereen een gelijkwaardige deelname aan het publieke debat krijgt, getuigt van een positieve perceptie op de kwestie van superdiversiteit en laat Compagnons nu net een praktijk zijn waar we die positieve perceptie hebben teruggevonden.
REFERENTIES
- Campisi, Joseph (2013). The Joy of Cooking: Slow Food and Borgmann's "Culture of the Table". Food, culture, & society, Vol.16 (3), p.405-419
- Compagnons Oostende. (2021). Buddyproject Oostende. Facebook. https://www.facebook.com/compagnonsoostende
- Darling, J. (2014). From hospitality to presence. Peace review: A Journal of Social Justice, 26, 162-169, DOI: 10.1080/10402659.2014.906872
- Holvoet, X. (2016). Compagnons: buddyproject voor nieuwkomers van start. FMDO. Afgehaald van https://www.fmdo.be/compagnons-buddyproject-voor-nieuwkomers-van-start
- KV Oostende. (2016). Compagnon. KVO. Afgehaald van https://www.kvo.be/club/sociale-doelen/compagnon
- Oostende.be (2016). Buddywerking ‘Compagnons’. Oostende, de stad aan zee. Afgehaald van https://www.oostende.be/producten/detail/235/buddywerking-compagnons
- Vandenabeele, J. en Vandevelde, E. (2020). Slides inleidend college. OPO Gemeenschapseducatie en Publieke Pedagogiek. [Powerpointpresentatie]. Afgehaald van https://p.cygnus.cc.kuleuven.be/webapps/blackboard/content/listContent.jsp?course_id=_959074_1&content_id=_29416666_1&courseTocLabel=Inleidend%20college
- Statistiek Vlaanderen. (2020). Al jarenlang meer internationale immigranten dan emigranten. Internationale Migratie. Afgehaald van https://www.statistiekvlaanderen.be/nl/internationale-migratie#overwegend_positieve_saldi_voor_internationale_migratie_in_vlaamse_gemeenten
- Statistiek Vlaanderen. (2018). Lokale inburgerings- en integratiemonitor: Oostende. Afgehaald van https://www.statistiekvlaanderen.be/sites/default/files/docs/LIIM-Oostende.pdF
- Vlaams Parlement. (2020). Welkom bij de Kracht van je Stem. De Kracht van je Stem. Afgehaald van https://www.dekrachtvanjestem.be/
- Wapenaar, Kelsey (2014). Entanglements of time. International Journal of Child, Youth, and Family Studies: 5(4.2) 826–846.