Examenpaper van Flore Maricau
PRAKTIJK
Na de lancering van de beweging ‘Vlaanderen breekt uit’, opgestart vanuit de Vlaamse regering, volgden twee projectoproepen. Ontharding werd sterk aangemoedigd bij het indienen van dergelijke projectvoorstellen. Zo kwam de stad Roeselare met het initiatief ‘Sint-Jozef breekt uit!’ om de omgeving rond de Sint-Jozefkerk te Roeselare te ontharden en daar een groene ontmoetingsruimte te creëren. Belangrijk in dit initiatief is dat co-beheer met de lokale bewoners en de buurt centraal staat gedurende het volledige proces. Het is dan ook vanuit deze laatste aanname dat ik zelf in aanraking kwam met het initiatief. Wij, vanuit de plaatselijke jeugdwerking, kregen ook de kans om actief onze input te geven betreft de vorming van deze groene ontmoetingsplaats.
Traditioneel in Belgische parochies en dorpen is misschien de aanwezigheid van een kerk in het midden van de buurt. Dit is ook zo voor de Sint-jozef parochie. Wat echter een plaats voor ontmoeting van gelovigen moest voorstellen, was er al een tijd niet meer. De kerk werd dan ook ontwijd enkele jaren geleden. Een groep van 3 architecten zag hierin heel wat potentieel en ze wilden de kerk omvormen tot iets ‘nieuws’. Gelijklopend met het onthardingsproces startte de ombouwing van de kerk tot enerzijds hun bureau en anderzijds werd er ruimte voorzien als polyvalent. Met deze ruimte willen de architecten de plaats teruggeven aan de samenleving, bijhorend aan de buurt met zijn bewoners. Een belangrijke noot hierbij is dat men deze nieuwe invulling wou creëren in het bestaande erfgoed. Zo bleven bijvoorbeeld de beelden als de kerkstoelen behouden. Ook het exterieure van de kerk bleef in zo’n groot mogelijke mate onaangetast.
Het proces tot de creatie van een uiteindelijke groenere buurt gebeurde/ gebeurt in een aantal verschillende fases. Deze worden telkens gemarkeerd met de opzet van een proefopstelling. In een eerste contact met enkele medewerkers van de stad Roeselare werd aan ons geëxpliciteerd wat ontharding inhoudt en hoe het proces in grote lijnen zou/ gaat verlopen. Van belang is dat hierbij geen idee of plan werd vooropgesteld waarnaar we als buurtbewoners naar toe moesten werken of leven. Wij, als lokale jeugdwerking, werden aangespoord om zelf voorstellen te doen, en nadenken hoe de buurt er voor ons idealiter zou uitzien. Hierbij werden geen grenzen gesteld van mogelijke beperkingen, we waren vrij om te dromen en te hopen. Met onze voltallige leidingsploeg besloten we om een activiteit te maken waarin in onze leden, meisjes van 6 tot 18 jaar, via een gezamenlijk spel hun ideale buurtomgeving konden ontwerpen. Concreet verplaatsten onze leden zich naar verschillende locaties in de omgeving waar ze telkens een opdracht moesten uitvoeren. Onze intentie was om hun te doen stilstaan bij de mogelijkheden die deze plaatsen met zich meebrachten, en hierover in gesprek te gaan met elkaar. Ook wij, als leidingsploeg, maakten samen deze oefening. Soort gelijke initiatieven werden ook opgezet door bijvoorbeeld de lokale basisschool, groepen van buurtbewoners etc.
Voor alle betrokkenen, zowel de buurtbewoners, jeugdwerking, school, stad, etc., werd vervolgens een actieve workshop georganiseerd waar bijvoorbeeld wij als jeugdwerking de kans kregen om onze ideeën voor te leggen aan andere ‘spelers’. Tijdens deze avond maakten de verschillende locaties in de buurt deel van uit. Iedere locatie representeerde de ideeën van een bepaalde groep. Zo werden bijvoorbeeld onze tekening die onze ideale buurt illustreerde tentoongesteld in de kerk. Op iedere locatie waren enkele vertegenwoordigers van de groep in kwestie aanwezig om hun beeld sprekend te verdedigen. Op deze manier trachtte men actieve vruchtbare gesprekken te bevorderen tussen de buurtbewoners.
Een ander initiatief dat ontstond, in samenwerking met de architecten, was het uitvoeren van de Haka. Deze strijddans maakt gebruik van het volledige lichaam; stem, voeten, armen, ogen, etc. om kracht uit te stralen naar de tegenstander. Iedere vrijdagavond was iedereen uitgenodigd om een workshop Haka volgen, dit midden in de verbouwingswerken van de kerk. Op deze manier wil de stad een nieuw dynamiek creëren in de buurt, dit door mensen te verbinden met plaatsen zoals deze. Bovendien probeert men zo diversiteit te stimuleren. Dit door tal van mensen, ongeacht origine, taal, kleur, leeftijd of geslacht, samen te brengen, om in dialoog samen te werken en zo samen terug betekenis te geven aan een plaats, die collectiviteit, samenhorigheid en barmhartigheid uitstraalt.
De verschillende inputbronnen werden meegenomen en van daaruit werden verschillende proefprojecten opgezet. Deze betreffen veranderingen qua verkeerscirculatie, als extra groene zones door de aanleg van meer bomen, bloemen, gras, etc. Zo probeert het project een antwoord te formuleren op de hedendaagse vraag naar duurzaamheid. Men probeert hierop een antwoord te bieden door enerzijds meer groene zones aan te leggen. Anderzijds tracht men door tal van initiatieven de buurt waterneutraal te maken, meer bepaald de watercyclus zo veel mogelijk gesloten te houden. Bijvoorbeeld door het afvalwater, in de mate van het mogelijke, zo veel mogelijk te (re)cycleren en (her)gebruiken. Tot slot kwamen er verscheidene ideeën naar boven in samenspraak met de buurtbewoners zoals waterspeeltuinen, waterdoorlatende verharding, greppels, etc.
Tot slot is het belangrijk dat er nadruk wordt gelegd op het concept van de ‘proef’projecten, het is namelijk niet definitief. De verschillende projecten werden/ worden telkens voor een bepaalde periode uitgevoerd. Vervolgens krijgen de inwoners en andere belanghebbende spelers de kans om op een actieve manier hierover in gesprek te gaan via verschillende opiniepeilingen en overlegmomenten. Zo wordt er tot op de dag van vandaag via co-creatie gewerkt aan de ontharding van de Sint-Jozef parochie.
Na de lancering van de beweging ‘Vlaanderen breekt uit’, opgestart vanuit de Vlaamse regering, volgden twee projectoproepen. Ontharding werd sterk aangemoedigd bij het indienen van dergelijke projectvoorstellen. Zo kwam de stad Roeselare met het initiatief ‘Sint-Jozef breekt uit!’ om de omgeving rond de Sint-Jozefkerk te Roeselare te ontharden en daar een groene ontmoetingsruimte te creëren. Belangrijk in dit initiatief is dat co-beheer met de lokale bewoners en de buurt centraal staat gedurende het volledige proces. Het is dan ook vanuit deze laatste aanname dat ik zelf in aanraking kwam met het initiatief. Wij, vanuit de plaatselijke jeugdwerking, kregen ook de kans om actief onze input te geven betreft de vorming van deze groene ontmoetingsplaats.
Traditioneel in Belgische parochies en dorpen is misschien de aanwezigheid van een kerk in het midden van de buurt. Dit is ook zo voor de Sint-jozef parochie. Wat echter een plaats voor ontmoeting van gelovigen moest voorstellen, was er al een tijd niet meer. De kerk werd dan ook ontwijd enkele jaren geleden. Een groep van 3 architecten zag hierin heel wat potentieel en ze wilden de kerk omvormen tot iets ‘nieuws’. Gelijklopend met het onthardingsproces startte de ombouwing van de kerk tot enerzijds hun bureau en anderzijds werd er ruimte voorzien als polyvalent. Met deze ruimte willen de architecten de plaats teruggeven aan de samenleving, bijhorend aan de buurt met zijn bewoners. Een belangrijke noot hierbij is dat men deze nieuwe invulling wou creëren in het bestaande erfgoed. Zo bleven bijvoorbeeld de beelden als de kerkstoelen behouden. Ook het exterieure van de kerk bleef in zo’n groot mogelijke mate onaangetast.
Het proces tot de creatie van een uiteindelijke groenere buurt gebeurde/ gebeurt in een aantal verschillende fases. Deze worden telkens gemarkeerd met de opzet van een proefopstelling. In een eerste contact met enkele medewerkers van de stad Roeselare werd aan ons geëxpliciteerd wat ontharding inhoudt en hoe het proces in grote lijnen zou/ gaat verlopen. Van belang is dat hierbij geen idee of plan werd vooropgesteld waarnaar we als buurtbewoners naar toe moesten werken of leven. Wij, als lokale jeugdwerking, werden aangespoord om zelf voorstellen te doen, en nadenken hoe de buurt er voor ons idealiter zou uitzien. Hierbij werden geen grenzen gesteld van mogelijke beperkingen, we waren vrij om te dromen en te hopen. Met onze voltallige leidingsploeg besloten we om een activiteit te maken waarin in onze leden, meisjes van 6 tot 18 jaar, via een gezamenlijk spel hun ideale buurtomgeving konden ontwerpen. Concreet verplaatsten onze leden zich naar verschillende locaties in de omgeving waar ze telkens een opdracht moesten uitvoeren. Onze intentie was om hun te doen stilstaan bij de mogelijkheden die deze plaatsen met zich meebrachten, en hierover in gesprek te gaan met elkaar. Ook wij, als leidingsploeg, maakten samen deze oefening. Soort gelijke initiatieven werden ook opgezet door bijvoorbeeld de lokale basisschool, groepen van buurtbewoners etc.
Voor alle betrokkenen, zowel de buurtbewoners, jeugdwerking, school, stad, etc., werd vervolgens een actieve workshop georganiseerd waar bijvoorbeeld wij als jeugdwerking de kans kregen om onze ideeën voor te leggen aan andere ‘spelers’. Tijdens deze avond maakten de verschillende locaties in de buurt deel van uit. Iedere locatie representeerde de ideeën van een bepaalde groep. Zo werden bijvoorbeeld onze tekening die onze ideale buurt illustreerde tentoongesteld in de kerk. Op iedere locatie waren enkele vertegenwoordigers van de groep in kwestie aanwezig om hun beeld sprekend te verdedigen. Op deze manier trachtte men actieve vruchtbare gesprekken te bevorderen tussen de buurtbewoners.
Een ander initiatief dat ontstond, in samenwerking met de architecten, was het uitvoeren van de Haka. Deze strijddans maakt gebruik van het volledige lichaam; stem, voeten, armen, ogen, etc. om kracht uit te stralen naar de tegenstander. Iedere vrijdagavond was iedereen uitgenodigd om een workshop Haka volgen, dit midden in de verbouwingswerken van de kerk. Op deze manier wil de stad een nieuw dynamiek creëren in de buurt, dit door mensen te verbinden met plaatsen zoals deze. Bovendien probeert men zo diversiteit te stimuleren. Dit door tal van mensen, ongeacht origine, taal, kleur, leeftijd of geslacht, samen te brengen, om in dialoog samen te werken en zo samen terug betekenis te geven aan een plaats, die collectiviteit, samenhorigheid en barmhartigheid uitstraalt.
De verschillende inputbronnen werden meegenomen en van daaruit werden verschillende proefprojecten opgezet. Deze betreffen veranderingen qua verkeerscirculatie, als extra groene zones door de aanleg van meer bomen, bloemen, gras, etc. Zo probeert het project een antwoord te formuleren op de hedendaagse vraag naar duurzaamheid. Men probeert hierop een antwoord te bieden door enerzijds meer groene zones aan te leggen. Anderzijds tracht men door tal van initiatieven de buurt waterneutraal te maken, meer bepaald de watercyclus zo veel mogelijk gesloten te houden. Bijvoorbeeld door het afvalwater, in de mate van het mogelijke, zo veel mogelijk te (re)cycleren en (her)gebruiken. Tot slot kwamen er verscheidene ideeën naar boven in samenspraak met de buurtbewoners zoals waterspeeltuinen, waterdoorlatende verharding, greppels, etc.
Tot slot is het belangrijk dat er nadruk wordt gelegd op het concept van de ‘proef’projecten, het is namelijk niet definitief. De verschillende projecten werden/ worden telkens voor een bepaalde periode uitgevoerd. Vervolgens krijgen de inwoners en andere belanghebbende spelers de kans om op een actieve manier hierover in gesprek te gaan via verschillende opiniepeilingen en overlegmomenten. Zo wordt er tot op de dag van vandaag via co-creatie gewerkt aan de ontharding van de Sint-Jozef parochie.
PEDAGOGISCHE WERKZAAMHEID
In het project ‘Sint Jozef breekt uit’ staat co-creatie tussen enerzijds de buurtbewoners, en anderzijds tussen de verschillende materialen, centraal. Buurtbewoners moeten samen werken om een meer kwalitatieve buurt te creëren waarbij men de identiteit van de plek heropwaardeert. Deze maakpraktijk opereert zoals Latour (2014) beschrijft als een kritieke zone. Zone wijst op de lokaliteit van de plaats, meer bepaald de Sint-Jozelf parochie te Roeselare. Kritiek heeft een tweeledige betekenis. Ten eerste betreft het een plaats dat van belang komt voor mensen. De omgeving wordt een plek die mensen, buurtbewoners, opnieuw met elkaar verbindt, zowel jong en oud. Ook de kerk krijgt door een nieuwe wind opnieuw zijn betekenis als plaats van ontmoeting en collectiviteit. Een plaats waar gezamenlijk kan nagedacht worden over maatschappelijke kwestie. Kritiek wijst ten tweede ook opdat bestaande dynamieken van een plaats snel kunnen veranderen. Door de komst van het project is er op relatief korte tijd veel beweging ontstaan in de buurt die voorheen niet mogelijk werd gedacht. Zo werd bijvoorbeeld de verkeerscirculatie volledig gewijzigd zodat er meer ruimte ontstond/ ontstaat voor groene ruimte. Dit zorgt ervoor dat we de plaats letterlijk van de ene op de andere dag anders benaderen.
Door het project te benaderen als kritieke zone zien we twee transformaties terugkomen zoals beschreven door Swellens en collega’s (2021). De eerste transformatie betreft het formuleren van een alternatief op het moderne temporeel kader. Hypothetisch gesteld kon de komst van de groep architecten in samenwerking met het stad Roeselare de buurt een gesloten toekomst opleggen. Deze groep van mensen kon namelijk hun idee voor de buurt vooropstellen zonder ruimte te laten voor inspraak en gesprek met de plaatselijke inwoners. Dit gegeven kunnen we ook linken met wat Ingold (2009) aanhaalt met de term ‘hylomorfisme’, namelijk dat de architecten een bepaald idee of plan vooropstellen bij het maken van de dingen, hier specifiek het (her)ontwerpen van de buurt. Waar het doel louter de ontharding an sich is en waar de objecten benaderd worden als louter passieve materialen in functie van deze ontharding. De mens legt zijn of haar wil op aan deze materialen. In zo’n benadering van tijd staat ontwikkeling centraal, en wordt tijd aanschouwt als een lineair gegeven. Echter breekt het project met deze benadering door haar aanpak. Door actief in samenwerking te treden met de buurtbewoners maken we deze gesloten toekomst terug open, er wordt een toekomst mogelijk die voordien niet voor ogen werd gezien. Zo wordt een ontwijde kerk niet gewoon vernield en omgebouwd tot appartementen, maar krijgt deze een tweede leven. Deze geslotenheid wordt doorbroken via gesprekken die ontstaan rond de kindertekeningen gemaakt door onze jeugdwerking. Er is meer mogelijk dan loutere meters brede straten vol beton. Er ontstond een gevoel van collectieve hoop, waar iedereen openstond en staat voor elkaar en zijn of haar ervaringen en belevingen.
Deze transformatie is mogelijk doordat de verschillende activiteiten opereren als haptische interfaces (Swellens et al., 2021). Haptisch betreft dat mensen de middelen verschaft om gevoelig te worden voor de invloed die ze heeft op de omgeving en vice versa. Haptische interfaces betekent bijgevolg dat we gevoelig worden voor de relatie waarin de mens invloed uitoefent op de materialen, en de materialen op de mens. Het dansen van de Haka is hiervan een voorbeeld. De Haka is een strijddans waar de uiting van kracht, passie en identiteit centraal staat. Door deze uit te voeren midden in een bouwwerf van een kerk, vormt deze dans mee de kerk. De kreten die deelnemers samen roepen, worden levendig door de specifiek akoestiek die er heerst. De vloer begint te daveren door de harde stampen op de vloer. Ook de kerk oefent kracht uit op de mens, het brengt een bepaalde onvoorspelbaarheid en improvisatie teweeg. Dit wordt letterlijk voortgezet in de verwezenlijking van de bewegingen die door de dans vereist zijn.
De ontwijding van de kerk betekende een verlies van zijn religieuze functie, alsook zijn sociale en culturele, namelijk een plek die mensen samenbrengt en tot nadenken aanzet. Door dergelijke activiteiten krijgt de plaats opnieuw betekenis voor mensen. Bovendien zorgt het voor verbondenheid tussen de buurtbewoners, aangezien ze samen die betekenis hebben gecreëerd. Zowel de bewoners als de kerk werden gevormd door dergelijke activiteiten. Dit laatste wijst op de tweede transformatie die Swellens en collega’s (2021) vooropstellen. Het betreft de verwoording van een alternatief voor het moderne ruimtelijke kader, waar we transformeren van een bepaald rentmeesterschap naar bewoning. De buurtbewoners krijgen opnieuw voeling en begrip voor hun leefomgeving. Deze voeling ontstaat door de interactie tussen de bewoners en de Sint-Jozelfparochie.
Het project is zoals Ingold (2009) stelt ook nooit volledig af. In een eerste opzicht kan dit gestaafd worden met de verschillende proefprojecten. Uit de verschillende activiteiten kwamen een aantal ideeën te boven, deze worden gedurende een aantal maanden aan de hand van een proefopstellingen uitgeprobeerd. Na een verloop van tijd werd/ wordt aan de bewoners en andere belanghebbende hun mening gevraagd hieromtrent door middel van actieve gesprekken en discussies. Ook wanneer het project op papier is afgelopen, blijft het verder leven onder de buurtbewoners. De omgeving blijft gevormd worden in co-creatie van de verschillende krachten. Ingold (2009) haalt dit aan met zijn voorbeeld van het huis, die ondanks het feit dat het er staat en volledig is ingericht, nog steeds verder wordt gevormd doordat het bewoond is. Zo is dit ook zo met deze omgeving; buurtbewoners leven er, verscheidene onvoorspelbare weersomstandigheden, festiviteiten, etc. Deze zorgen er allemaal voor dat de buurt steeds verder gevormd wordt en dit door de wederzijdse relatie of interactie tussen de materialen, de mensen en de omgeving.
In het project ‘Sint Jozef breekt uit’ staat co-creatie tussen enerzijds de buurtbewoners, en anderzijds tussen de verschillende materialen, centraal. Buurtbewoners moeten samen werken om een meer kwalitatieve buurt te creëren waarbij men de identiteit van de plek heropwaardeert. Deze maakpraktijk opereert zoals Latour (2014) beschrijft als een kritieke zone. Zone wijst op de lokaliteit van de plaats, meer bepaald de Sint-Jozelf parochie te Roeselare. Kritiek heeft een tweeledige betekenis. Ten eerste betreft het een plaats dat van belang komt voor mensen. De omgeving wordt een plek die mensen, buurtbewoners, opnieuw met elkaar verbindt, zowel jong en oud. Ook de kerk krijgt door een nieuwe wind opnieuw zijn betekenis als plaats van ontmoeting en collectiviteit. Een plaats waar gezamenlijk kan nagedacht worden over maatschappelijke kwestie. Kritiek wijst ten tweede ook opdat bestaande dynamieken van een plaats snel kunnen veranderen. Door de komst van het project is er op relatief korte tijd veel beweging ontstaan in de buurt die voorheen niet mogelijk werd gedacht. Zo werd bijvoorbeeld de verkeerscirculatie volledig gewijzigd zodat er meer ruimte ontstond/ ontstaat voor groene ruimte. Dit zorgt ervoor dat we de plaats letterlijk van de ene op de andere dag anders benaderen.
Door het project te benaderen als kritieke zone zien we twee transformaties terugkomen zoals beschreven door Swellens en collega’s (2021). De eerste transformatie betreft het formuleren van een alternatief op het moderne temporeel kader. Hypothetisch gesteld kon de komst van de groep architecten in samenwerking met het stad Roeselare de buurt een gesloten toekomst opleggen. Deze groep van mensen kon namelijk hun idee voor de buurt vooropstellen zonder ruimte te laten voor inspraak en gesprek met de plaatselijke inwoners. Dit gegeven kunnen we ook linken met wat Ingold (2009) aanhaalt met de term ‘hylomorfisme’, namelijk dat de architecten een bepaald idee of plan vooropstellen bij het maken van de dingen, hier specifiek het (her)ontwerpen van de buurt. Waar het doel louter de ontharding an sich is en waar de objecten benaderd worden als louter passieve materialen in functie van deze ontharding. De mens legt zijn of haar wil op aan deze materialen. In zo’n benadering van tijd staat ontwikkeling centraal, en wordt tijd aanschouwt als een lineair gegeven. Echter breekt het project met deze benadering door haar aanpak. Door actief in samenwerking te treden met de buurtbewoners maken we deze gesloten toekomst terug open, er wordt een toekomst mogelijk die voordien niet voor ogen werd gezien. Zo wordt een ontwijde kerk niet gewoon vernield en omgebouwd tot appartementen, maar krijgt deze een tweede leven. Deze geslotenheid wordt doorbroken via gesprekken die ontstaan rond de kindertekeningen gemaakt door onze jeugdwerking. Er is meer mogelijk dan loutere meters brede straten vol beton. Er ontstond een gevoel van collectieve hoop, waar iedereen openstond en staat voor elkaar en zijn of haar ervaringen en belevingen.
Deze transformatie is mogelijk doordat de verschillende activiteiten opereren als haptische interfaces (Swellens et al., 2021). Haptisch betreft dat mensen de middelen verschaft om gevoelig te worden voor de invloed die ze heeft op de omgeving en vice versa. Haptische interfaces betekent bijgevolg dat we gevoelig worden voor de relatie waarin de mens invloed uitoefent op de materialen, en de materialen op de mens. Het dansen van de Haka is hiervan een voorbeeld. De Haka is een strijddans waar de uiting van kracht, passie en identiteit centraal staat. Door deze uit te voeren midden in een bouwwerf van een kerk, vormt deze dans mee de kerk. De kreten die deelnemers samen roepen, worden levendig door de specifiek akoestiek die er heerst. De vloer begint te daveren door de harde stampen op de vloer. Ook de kerk oefent kracht uit op de mens, het brengt een bepaalde onvoorspelbaarheid en improvisatie teweeg. Dit wordt letterlijk voortgezet in de verwezenlijking van de bewegingen die door de dans vereist zijn.
De ontwijding van de kerk betekende een verlies van zijn religieuze functie, alsook zijn sociale en culturele, namelijk een plek die mensen samenbrengt en tot nadenken aanzet. Door dergelijke activiteiten krijgt de plaats opnieuw betekenis voor mensen. Bovendien zorgt het voor verbondenheid tussen de buurtbewoners, aangezien ze samen die betekenis hebben gecreëerd. Zowel de bewoners als de kerk werden gevormd door dergelijke activiteiten. Dit laatste wijst op de tweede transformatie die Swellens en collega’s (2021) vooropstellen. Het betreft de verwoording van een alternatief voor het moderne ruimtelijke kader, waar we transformeren van een bepaald rentmeesterschap naar bewoning. De buurtbewoners krijgen opnieuw voeling en begrip voor hun leefomgeving. Deze voeling ontstaat door de interactie tussen de bewoners en de Sint-Jozelfparochie.
Het project is zoals Ingold (2009) stelt ook nooit volledig af. In een eerste opzicht kan dit gestaafd worden met de verschillende proefprojecten. Uit de verschillende activiteiten kwamen een aantal ideeën te boven, deze worden gedurende een aantal maanden aan de hand van een proefopstellingen uitgeprobeerd. Na een verloop van tijd werd/ wordt aan de bewoners en andere belanghebbende hun mening gevraagd hieromtrent door middel van actieve gesprekken en discussies. Ook wanneer het project op papier is afgelopen, blijft het verder leven onder de buurtbewoners. De omgeving blijft gevormd worden in co-creatie van de verschillende krachten. Ingold (2009) haalt dit aan met zijn voorbeeld van het huis, die ondanks het feit dat het er staat en volledig is ingericht, nog steeds verder wordt gevormd doordat het bewoond is. Zo is dit ook zo met deze omgeving; buurtbewoners leven er, verscheidene onvoorspelbare weersomstandigheden, festiviteiten, etc. Deze zorgen er allemaal voor dat de buurt steeds verder gevormd wordt en dit door de wederzijdse relatie of interactie tussen de materialen, de mensen en de omgeving.
STELLING
Uitbreken heeft betrekking op groter maken, een bepaalde muur of dergelijke letterlijk platgooien. Met deze woordkeuze impliceert men een hylomorfe denkwijze, namelijk dat wij als mens onze wil kunnen opleggen aan de objecten, aan de omgeving. Met het project proberen we deze egocentrische denkwijze juist open te breken, en stellen we een alternatief voorop. Door de komst van het project ontstond er collectieve hoop over mogelijkheden die buurtbewoners voordien niet mogelijk zagen. Bovendien kregen ze opnieuw voeling met een plaats die hun ontvreemd was, ze bewonen opnieuw Sint-Jozef. Openbloeien kan ook zeer letterlijk opgevat worden, dit door de stijgende aandacht voor groene zones en bijgevolg duurzaamheid in de buurt. Ook mensen bloeien open, door aandachtig te hebben voor elkaar en naar elkaar te luisteren. Het onthardingsproces was een aanzet in de goede richting om de bestaande dynamieken te veranderen, maar we zijn er nog niet. Zelf ben ik zeer trots dat ik mocht deel uitmaken van deze beleving.
Uitbreken heeft betrekking op groter maken, een bepaalde muur of dergelijke letterlijk platgooien. Met deze woordkeuze impliceert men een hylomorfe denkwijze, namelijk dat wij als mens onze wil kunnen opleggen aan de objecten, aan de omgeving. Met het project proberen we deze egocentrische denkwijze juist open te breken, en stellen we een alternatief voorop. Door de komst van het project ontstond er collectieve hoop over mogelijkheden die buurtbewoners voordien niet mogelijk zagen. Bovendien kregen ze opnieuw voeling met een plaats die hun ontvreemd was, ze bewonen opnieuw Sint-Jozef. Openbloeien kan ook zeer letterlijk opgevat worden, dit door de stijgende aandacht voor groene zones en bijgevolg duurzaamheid in de buurt. Ook mensen bloeien open, door aandachtig te hebben voor elkaar en naar elkaar te luisteren. Het onthardingsproces was een aanzet in de goede richting om de bestaande dynamieken te veranderen, maar we zijn er nog niet. Zelf ben ik zeer trots dat ik mocht deel uitmaken van deze beleving.
REFERENTIES
- Groene weide Sint-Jozefskerk - Departement Omgeving. (n.d.). Retrieved January 6, 2022, from https://omgeving.vlaanderen.be/groene-weide-sint-jozefskerk
- Haka teambuilding workshops: Energiek, verbindend, origineel en fun. (n.d.). Retrieved January 10, 2022, from https://www.hakaworkshop.be/
- Ingold, T. (2010). The textility of making. Cambridge Journal of Economics, 34, 91–102. https://doi.org/10.1093/cje/bep042
- Latour, B. Some advantages of the notion of “Critical Zone” for geopolitics. Procedia Earth Planet. Sci. 2014, 10, 3-6.
- Swillens, V.; Decuypere, M.; Vandenabeele, J.; Vlieghe, J. Place-Sensing through Haptic Interfaces: Proposing an Alternative to Modern Sustainability Education. Sustainability 2021, 13, 4204. https://doi.org/10.3390/su13084204
- Warnez, B. (n.d.). Proeftuinen ontharding West-Vlaanderen-Groene weide Sint-Jozefskerk Roeselare. Retrieved January 13, 2022, from https://omgeving.vlaanderen.be/proeftuinen,