Examenpaper van Laga Jana
INLEIDING
In deze paper staat de analyse van de praktijk Sint-Pieters deelt centraal. Zelf heb ik geen ervaring met dit project, maar de deelgemeente Sint-Pieters ken ik wel oppervlakkig. De analyse zal voornamelijk gebaseerd worden op informatie uit verschillende websites omtrent dit initiatief. Hierdoor is de informatie beperkt tot feitelijke informatie over de praktijk. De twee belangrijkste informatiebronnen zijn Fiche “Sint-Pieters Deelt” waarop een algemene omschrijving, de doelstellingen en de visie geformuleerd worden en de officiële website van het initiatief. De officiële website heeft als voordeel dat het up-to-date gehouden wordt, waardoor actuele informatie beschikbaar is. Verder bevat de website ook algemene beschrijvingen van de specifieke activiteiten inclusief een aantal foto’s. Aangezien een beeld soms meer zegt dan 1000 woorden vormen ook deze een toevoeging. Door de beperkte informatiebronnen kan enkel gebruik gemaakt worden van algemene omschrijvingen en afbeeldingen. Belevingen, ervaringen of een specifiek verloop kunnen hierdoor niet meegenomen worden in de analyse.
Binnen Sint-Pieters deelt worden verschillende activiteiten georganiseerd, worden initiatieven van inwoners gesteund en wordt ingezet op burgerschap. Dit gebeurt allemaal rond het thema ‘delen’ en heeft als voornaamste doelgroep de Sint-Pieternaar. De praktijk, die zich bevindt binnen de sector samenlevingsopbouw, focust op het delen van goederen en diensten. Vrijwilligers zorgen ervoor dat het project in goede banen geleid wordt. Op de praktijkfiche worden vier hoofddoelen geformuleerd, namelijk (1) zo goedkoop mogelijk producten en diensten aanbieden, (2) ruilen en delen van goederen stimuleren, (3) verspilling tegengaan en (4) maximale participatie van wijkbewoners bevorderen. Binnen dit initiatief worden verschillende activiteiten georganiseerd. De analyse zal focussen op één specifieke activiteit, namelijk Hersteldag Naaien. Enkele vrijwilligers creëren op maandagavond een gemeenschappelijke ruimte voor buurtbewoners om samen kapotte kleding te herstellen, te laten herstellen of enkele tips te verzamelen rond het herstellen van kledij.
In deze paper staat de analyse van de praktijk Sint-Pieters deelt centraal. Zelf heb ik geen ervaring met dit project, maar de deelgemeente Sint-Pieters ken ik wel oppervlakkig. De analyse zal voornamelijk gebaseerd worden op informatie uit verschillende websites omtrent dit initiatief. Hierdoor is de informatie beperkt tot feitelijke informatie over de praktijk. De twee belangrijkste informatiebronnen zijn Fiche “Sint-Pieters Deelt” waarop een algemene omschrijving, de doelstellingen en de visie geformuleerd worden en de officiële website van het initiatief. De officiële website heeft als voordeel dat het up-to-date gehouden wordt, waardoor actuele informatie beschikbaar is. Verder bevat de website ook algemene beschrijvingen van de specifieke activiteiten inclusief een aantal foto’s. Aangezien een beeld soms meer zegt dan 1000 woorden vormen ook deze een toevoeging. Door de beperkte informatiebronnen kan enkel gebruik gemaakt worden van algemene omschrijvingen en afbeeldingen. Belevingen, ervaringen of een specifiek verloop kunnen hierdoor niet meegenomen worden in de analyse.
Binnen Sint-Pieters deelt worden verschillende activiteiten georganiseerd, worden initiatieven van inwoners gesteund en wordt ingezet op burgerschap. Dit gebeurt allemaal rond het thema ‘delen’ en heeft als voornaamste doelgroep de Sint-Pieternaar. De praktijk, die zich bevindt binnen de sector samenlevingsopbouw, focust op het delen van goederen en diensten. Vrijwilligers zorgen ervoor dat het project in goede banen geleid wordt. Op de praktijkfiche worden vier hoofddoelen geformuleerd, namelijk (1) zo goedkoop mogelijk producten en diensten aanbieden, (2) ruilen en delen van goederen stimuleren, (3) verspilling tegengaan en (4) maximale participatie van wijkbewoners bevorderen. Binnen dit initiatief worden verschillende activiteiten georganiseerd. De analyse zal focussen op één specifieke activiteit, namelijk Hersteldag Naaien. Enkele vrijwilligers creëren op maandagavond een gemeenschappelijke ruimte voor buurtbewoners om samen kapotte kleding te herstellen, te laten herstellen of enkele tips te verzamelen rond het herstellen van kledij.
PRAKTIJK
In de praktijk komen de twee centrale kwesties, namelijk (super)diversiteit en duurzaamheid aan bod. Om de insteek van superdiversiteit te bestuderen, moet gekeken worden naar de oorsprong van de praktijk. Doordat een grote weg door Sint-Pieters loopt, is de deelgemeente onderverdeeld in wijken die weinig met elkaar in contact komen. Met Sint-Pieters deelt is het de bedoeling de inwoners samen te brengen en zo met elkaar in contact te laten komen. De locaties waar mensen samenkomen binnen dit project, bevinden zich op deze grote baan. Zo kan de baan gezien worden als iets wat mensen van elkaar scheidt, maar ook weer samenbrengt. De aanleiding van het initiatief, zo blijkt uit de projectfiche, was het feit dat bestaande initiatieven moeite hadden om een breed publiek, onder andere mensen uit sociale woonwijken, te bereiken. Uit de website Wat is de toekomst van Sint-Pieters blijkt dat 25% van de inwoners van Sint-Pieters woont in een sociale huurwoning. De eerste sociale woonwijken evolueerden samen met het toenemend aantal bedrijven en havenactiviteiten. Hierdoor ontstond een breed publiek met verschillende achtergronden, overtuigingen en klassen. De focus van de praktijk ligt niet-specifiek op superdiversiteit, wat eerder focust op migratie en de rijkheid aan culturen en achtergronden die daardoor ontstaat. Hier is eerder het begrip diversiteit van toepassen dat focust op veel meer verschillen tussen mensen dan enkel bewoners die in het gebied gekomen zijn door migratie. De diversiteit in Sint-Pieters slaat vooral op verschillen in generatie, afkomst, overtuigingen, sociale status en culturele achtergrond. Duurzaamheid zit verweven in de verschillende activiteiten binnen de praktijk. Zo krijgt kledij, die anders weggegooid zou worden, een nieuw leven door ze te herstellen; worden kleren door anderen hergebruikt door ze op de ruilbeurs om te ruilen; en wordt gekookt met etensresten tijdens de activiteit Sint-Pieters eet.
In de analyse zullen de praktijk en de specifieke activiteit bestudeerd worden vanuit een aantal begrippen en concepten uit de cursusteksten. Zo kan vervolgens verder doorgedacht worden over de praktijk. Uit de officiële website kan afgeleid worden dat het initiatief zich profileert als gemeenschapswerk dat mensen wil verbinden met elkaar. Zo komt het project voort uit het delen van een gemeenschappelijke wereld, zorgt het samen maken voor veel meer dan enkel mensen met elkaar verbinden en vraagt het project een betrokkenheid van zowel mensen, dingen als omgevingsfactoren.
In de praktijk komen de twee centrale kwesties, namelijk (super)diversiteit en duurzaamheid aan bod. Om de insteek van superdiversiteit te bestuderen, moet gekeken worden naar de oorsprong van de praktijk. Doordat een grote weg door Sint-Pieters loopt, is de deelgemeente onderverdeeld in wijken die weinig met elkaar in contact komen. Met Sint-Pieters deelt is het de bedoeling de inwoners samen te brengen en zo met elkaar in contact te laten komen. De locaties waar mensen samenkomen binnen dit project, bevinden zich op deze grote baan. Zo kan de baan gezien worden als iets wat mensen van elkaar scheidt, maar ook weer samenbrengt. De aanleiding van het initiatief, zo blijkt uit de projectfiche, was het feit dat bestaande initiatieven moeite hadden om een breed publiek, onder andere mensen uit sociale woonwijken, te bereiken. Uit de website Wat is de toekomst van Sint-Pieters blijkt dat 25% van de inwoners van Sint-Pieters woont in een sociale huurwoning. De eerste sociale woonwijken evolueerden samen met het toenemend aantal bedrijven en havenactiviteiten. Hierdoor ontstond een breed publiek met verschillende achtergronden, overtuigingen en klassen. De focus van de praktijk ligt niet-specifiek op superdiversiteit, wat eerder focust op migratie en de rijkheid aan culturen en achtergronden die daardoor ontstaat. Hier is eerder het begrip diversiteit van toepassen dat focust op veel meer verschillen tussen mensen dan enkel bewoners die in het gebied gekomen zijn door migratie. De diversiteit in Sint-Pieters slaat vooral op verschillen in generatie, afkomst, overtuigingen, sociale status en culturele achtergrond. Duurzaamheid zit verweven in de verschillende activiteiten binnen de praktijk. Zo krijgt kledij, die anders weggegooid zou worden, een nieuw leven door ze te herstellen; worden kleren door anderen hergebruikt door ze op de ruilbeurs om te ruilen; en wordt gekookt met etensresten tijdens de activiteit Sint-Pieters eet.
In de analyse zullen de praktijk en de specifieke activiteit bestudeerd worden vanuit een aantal begrippen en concepten uit de cursusteksten. Zo kan vervolgens verder doorgedacht worden over de praktijk. Uit de officiële website kan afgeleid worden dat het initiatief zich profileert als gemeenschapswerk dat mensen wil verbinden met elkaar. Zo komt het project voort uit het delen van een gemeenschappelijke wereld, zorgt het samen maken voor veel meer dan enkel mensen met elkaar verbinden en vraagt het project een betrokkenheid van zowel mensen, dingen als omgevingsfactoren.
PEDAGOGISCHE WERKZAAMHEID
Op de officiële website staat te lezen dat buurtbewoners van Sint-Pieters elke maandagavond kunnen samenkomen in buurtcentrum de Dijk om samen kledij te herstellen of te laten herstellen. De praktijk wil hiermee voornamelijk inzetten op duurzaamheid (verspilling tegengaan) en het bijeenbrengen van buurtbewoners. Vanuit de tekst On Weaving a Basket van Ingold kunnen we toevoegen dat naast de buurtbewoners ook niet-menselijke factoren een rol spelen in het herstellen van de kledij. Ingold ziet ‘maken’ (of in deze praktijk ‘herstellen’) namelijk als een proces waarbij de mens in interactie treedt met het materiaal dat je vorm wil geven. Zo staan de mensen binnen deze activiteit niet enkel in interactie met elkaar, maar ook met de kleren die ze herstellen, de stoffen die ze gebruiken en de naaimachine waarmee ze werken. Ingold geeft aan dat het materiaal weerstand kan bieden en invloed zal hebben op het resultaat. Zo zullen de verschillende kledingstukken op een verschillende manier hersteld worden. Het aannaaien van een knoop zal niet altijd op dezelfde manier worden aangepakt. Knopen heb je in alle kleuren, formaten en vormen waardoor altijd een ander resultaat zal ontstaan. In de beschikbare informatie werd nergens het proces of het product van het ‘maken/herstellen’ aangehaald. Toch is het een belangrijk onderdeel van deze activiteit. Ook het samenkomen van diverse mensen zal een invloed hebben op de uitkomst van de herstelling. Zo is het mogelijk dat mensen van verschillende sociale en culturele achtergronden een herstelling anders zullen aanpakken. Het doel van deze activiteit, zo blijkt uit de officiële website, is om mensen samen te brengen zodat ze elkaar kunnen helpen en tips kunnen uitwisselen. Toch zal het gat in de sok anders hersteld worden naargelang de persoon die het herstelt of wie je begeleidt in de herstelling. Hieraan kan ook de term skilled engagement gekoppeld worden. Ingold gebruikt deze term om aan te duiden dat het maken van dingen een voortdurende betrokkenheid vraagt van mensen met het materiaal binnen een omgeving. Het proces van het ‘maken’ vraagt dan een samenwerking tussen de mens en de materialiteit waarbij ze elkaar wederzijds beïnvloeden. Zo zullen beide de buurtbewoner als het kledingstuk een invloed hebben op het resultaat van de herstelling. De focus zou dus niet louter moeten liggen op het samenbrengen van mensen en het tegengaan van verspilling, maar ook op het proces van het samen maken (samen met anderen en met het materiaal) en de verschillende uitkomsten die kunnen ontstaan. Uit deze analyse wordt zo een uitbreidende kijk op de activiteit voorgesteld.
Ondertussen werd al een aantal keren vermeld dat een van de doelen focust op het tegengaan van verspilling, wat wijst op aandacht voor duurzaamheid. Het alternatief is om kapotte kledij gewoon weg te smijten en te vervangen door iets nieuws. Dit alternatief is in vele huishoudens de norm geworden en gaat gepaard met ontkoppeling. We weten niet meer waar onze kledij vandaan komt of hoe het gemaakt wordt. Daarnaast ontkoppelt het ons ook van elkaar. Tegenwoordig heb je helemaal niemand nodig om kleren te kopen. Zo kan je met een aantal klikken online een nieuw kledingstuk bestellen zonder ook maar iemand nodig te hebben. Een dergelijke ontkoppeling zien we ook terugkomen in de casetekst van Campisi The Joy of Cooking. In deze tekst worden de extremen slow-food en fastfood tegenover elkaar geplaatst, waarbij de slow-food movement gezien wordt als een antwoord op de fastfoodcultuur. Bij fastfood moet alles snel gaan en wordt geen aandacht besteed aan de herkomst van het voedsel. Bij slow-food wordt hier wel aandacht aan besteed, is er aandacht voor sociale rechtvaardigheid en wordt eten gezien als een vreugdevolle activiteit. Campisi probeert een middenweg te vinden tussen deze twee extremen en nuanceert beide kanten aan de hand van Borgmanns analyse van de hedendaagse technologie.
Campisi geeft aan dat door te vertragen meer voeling gecreëerd wordt met de omgeving en de producten die je gebruikt of consumeert. Door zelf herstellingen uit te voeren, kan bijvoorbeeld inzicht verkregen worden in het maakproces van kledij. Deze gedachte van vertraging kan versterkt worden door het initiatief te bekijken vanuit het concept culture of the table. Binnen de voedselcontext slaat dit begrip op de tijd en moeite die mensen besteden aan het samen koken, eten en afwassen. In de beschikbare informatie rond de activiteit Hersteldag Naaien wordt nergens erkend dat zowel de vrijwilligers als de buurtbewoners die deelnemen bewust een deel van hun tijd besteden aan het samen herstellen van kledij en effectief ook moeite steken in de herstelling. Dit initiatief kan een antwoord bieden op de vluchtige maatschappij waarbij producten direct vervangen worden.
Op de officiële website wordt vermeld dat een naaimachine kan meegebracht worden om te leren naaien of begeleiding te krijgen. Het gebruik van apparaten en technologie kan ons de tijd en middelen geven om de herstelling tot een goed einde te brengen. Apparaten worden vaak gekoppeld aan het idee van snelheid en ontkoppeling, zoals aan fastfood bij Campisi. Met naald en draad heb je meer voeling met wat je aan het doen bent. Met een naaimachine is dit proces gedeeltelijk geautomatiseerd. Via Borgmann kan hier de nodige nuancering aangebracht worden. Volgens Borgmann is het namelijk nodig om een ‘nieuwe maturiteit’ te ontwikkelen met betrekking tot technologie. Zo is het geen oplossing om de technologie te gaan verwerpen, maar moet aandacht besteed worden aan de manier waarop het wordt ingezet. De naaimachine brengt hier bijvoorbeeld mensen samen om gezamenlijk herstellingen uit te voeren, laat buurtbewoners tips uitwisselen en spaart tijd uit zodat meer mensen geholpen kunnen worden. Door te vertragen en tijd vrij te maken, worden opnieuw verbindingen gemaakt met het materiaal en met anderen. Ook apparaten kunnen mensen samenbrengen en interactie bevorderen wanneer ze juist worden ingezet. Met deze analyse komt een bredere kijk tot stand op manieren van samenkomen en relaties vormen.
In het voorgaande wordt voornamelijk gesproken over buurtbewoners en vrijwilligers. De geformuleerde doelgroep (inwoners van Sint-Pieters) is erg breed en divers. Aan de hand van Taylor en Giugni zal verkend worden welke rol de jongere inwoners van Sint-Pieters innemen binnen dit initiatief. De praktijk zelf maakt geen onderscheid tussen kinderen en volwassen en erkent daardoor niet de grote waarde die kinderen kunnen hebben bij dergelijke projecten. Veel kinderen in Sint-Pieters krijgen van jongs af aan te maken met leeftijdsgenootjes die ‘anders’ zijn dan henzelf. Hun vriendjes hebben een andere thuissituatie, een andere huidskleur, spreken een andere moedertaal of wonen in een sociale woning. Deze diversiteit blijkt ook uit de schoolpopulatie in Sint-Pieters. Basisschool Sint-Leo Sint Pieters geeft bijvoorbeeld aan op hun website dat ze een multiculturele leef- en leergemeenschap zijn. Binnen de Common Worlds Pedagogy worden kinderen aangemoedigd om in dialoog te gaan met andere bewoners. Zo kunnen kinderen verantwoordelijkheidszin creëren voor alles en iedereen waarmee ze de wereld delen en de maatschappelijke kwesties die hierbij ontstaan. Door deel te nemen aan Hersteldag Naaien kunnen ze besef krijgen over het maakproces van hun kleren. Ze leggen relaties met hun kleren en de materialen waarvan het gemaakt is, met als doel duurzamer te zijn. Ook leren ze omgaan met hun mede Sint-Pieternaar, wat hen leert omgaan met de diversiteit in de samenleving. Zo zou er in de toekomst een beter samenleven tot stand moeten komen.
Via het concept learning how to world kan de kracht van verschillen duidelijk gemaakt worden. Taylor en Giugni gebruiken dit begrip om aan te duiden dat we moeten leren samenleven met anderen en dat we hiervoor onze verschillen moeten inzetten. In de praktijkfiche staat te lezen dat het initiatief ervoor moet zorgen dat de Sint-Pieternaren elkaar (opnieuw) meer helpen en dat ze hun buren beter leren kennen. Verder wil het project de mensen bewustmaken van hun eigen talenten en dus wat ze te bieden hebben. De praktijk bevat al een sterke invulling van het concept. Iedereen kan een activiteit organiseren gebaseerd op zijn eigen talent, om zo anderen te helpen. Een aantal vrijwilligers delen bijvoorbeeld hun naaivaardigheden binnen Hersteldag Naaien met mensen die hierbij hulp kunnen gebruiken. Samenkomen in verschillen is zo een belangrijk aspect van de praktijk en maakt samenleven mogelijk. Door kinderen maatschappelijke problemen te laten ontdekken, hen in aanraking te laten komen met de diverse samenleving en hen te leren omgaan met duurzaamheid, kan een (positieve) invloed uitgeoefend worden op de toekomst. Deze analyse biedt een nieuw perspectief over de rol van kinderen binnen het project.
Op de officiële website staat te lezen dat buurtbewoners van Sint-Pieters elke maandagavond kunnen samenkomen in buurtcentrum de Dijk om samen kledij te herstellen of te laten herstellen. De praktijk wil hiermee voornamelijk inzetten op duurzaamheid (verspilling tegengaan) en het bijeenbrengen van buurtbewoners. Vanuit de tekst On Weaving a Basket van Ingold kunnen we toevoegen dat naast de buurtbewoners ook niet-menselijke factoren een rol spelen in het herstellen van de kledij. Ingold ziet ‘maken’ (of in deze praktijk ‘herstellen’) namelijk als een proces waarbij de mens in interactie treedt met het materiaal dat je vorm wil geven. Zo staan de mensen binnen deze activiteit niet enkel in interactie met elkaar, maar ook met de kleren die ze herstellen, de stoffen die ze gebruiken en de naaimachine waarmee ze werken. Ingold geeft aan dat het materiaal weerstand kan bieden en invloed zal hebben op het resultaat. Zo zullen de verschillende kledingstukken op een verschillende manier hersteld worden. Het aannaaien van een knoop zal niet altijd op dezelfde manier worden aangepakt. Knopen heb je in alle kleuren, formaten en vormen waardoor altijd een ander resultaat zal ontstaan. In de beschikbare informatie werd nergens het proces of het product van het ‘maken/herstellen’ aangehaald. Toch is het een belangrijk onderdeel van deze activiteit. Ook het samenkomen van diverse mensen zal een invloed hebben op de uitkomst van de herstelling. Zo is het mogelijk dat mensen van verschillende sociale en culturele achtergronden een herstelling anders zullen aanpakken. Het doel van deze activiteit, zo blijkt uit de officiële website, is om mensen samen te brengen zodat ze elkaar kunnen helpen en tips kunnen uitwisselen. Toch zal het gat in de sok anders hersteld worden naargelang de persoon die het herstelt of wie je begeleidt in de herstelling. Hieraan kan ook de term skilled engagement gekoppeld worden. Ingold gebruikt deze term om aan te duiden dat het maken van dingen een voortdurende betrokkenheid vraagt van mensen met het materiaal binnen een omgeving. Het proces van het ‘maken’ vraagt dan een samenwerking tussen de mens en de materialiteit waarbij ze elkaar wederzijds beïnvloeden. Zo zullen beide de buurtbewoner als het kledingstuk een invloed hebben op het resultaat van de herstelling. De focus zou dus niet louter moeten liggen op het samenbrengen van mensen en het tegengaan van verspilling, maar ook op het proces van het samen maken (samen met anderen en met het materiaal) en de verschillende uitkomsten die kunnen ontstaan. Uit deze analyse wordt zo een uitbreidende kijk op de activiteit voorgesteld.
Ondertussen werd al een aantal keren vermeld dat een van de doelen focust op het tegengaan van verspilling, wat wijst op aandacht voor duurzaamheid. Het alternatief is om kapotte kledij gewoon weg te smijten en te vervangen door iets nieuws. Dit alternatief is in vele huishoudens de norm geworden en gaat gepaard met ontkoppeling. We weten niet meer waar onze kledij vandaan komt of hoe het gemaakt wordt. Daarnaast ontkoppelt het ons ook van elkaar. Tegenwoordig heb je helemaal niemand nodig om kleren te kopen. Zo kan je met een aantal klikken online een nieuw kledingstuk bestellen zonder ook maar iemand nodig te hebben. Een dergelijke ontkoppeling zien we ook terugkomen in de casetekst van Campisi The Joy of Cooking. In deze tekst worden de extremen slow-food en fastfood tegenover elkaar geplaatst, waarbij de slow-food movement gezien wordt als een antwoord op de fastfoodcultuur. Bij fastfood moet alles snel gaan en wordt geen aandacht besteed aan de herkomst van het voedsel. Bij slow-food wordt hier wel aandacht aan besteed, is er aandacht voor sociale rechtvaardigheid en wordt eten gezien als een vreugdevolle activiteit. Campisi probeert een middenweg te vinden tussen deze twee extremen en nuanceert beide kanten aan de hand van Borgmanns analyse van de hedendaagse technologie.
Campisi geeft aan dat door te vertragen meer voeling gecreëerd wordt met de omgeving en de producten die je gebruikt of consumeert. Door zelf herstellingen uit te voeren, kan bijvoorbeeld inzicht verkregen worden in het maakproces van kledij. Deze gedachte van vertraging kan versterkt worden door het initiatief te bekijken vanuit het concept culture of the table. Binnen de voedselcontext slaat dit begrip op de tijd en moeite die mensen besteden aan het samen koken, eten en afwassen. In de beschikbare informatie rond de activiteit Hersteldag Naaien wordt nergens erkend dat zowel de vrijwilligers als de buurtbewoners die deelnemen bewust een deel van hun tijd besteden aan het samen herstellen van kledij en effectief ook moeite steken in de herstelling. Dit initiatief kan een antwoord bieden op de vluchtige maatschappij waarbij producten direct vervangen worden.
Op de officiële website wordt vermeld dat een naaimachine kan meegebracht worden om te leren naaien of begeleiding te krijgen. Het gebruik van apparaten en technologie kan ons de tijd en middelen geven om de herstelling tot een goed einde te brengen. Apparaten worden vaak gekoppeld aan het idee van snelheid en ontkoppeling, zoals aan fastfood bij Campisi. Met naald en draad heb je meer voeling met wat je aan het doen bent. Met een naaimachine is dit proces gedeeltelijk geautomatiseerd. Via Borgmann kan hier de nodige nuancering aangebracht worden. Volgens Borgmann is het namelijk nodig om een ‘nieuwe maturiteit’ te ontwikkelen met betrekking tot technologie. Zo is het geen oplossing om de technologie te gaan verwerpen, maar moet aandacht besteed worden aan de manier waarop het wordt ingezet. De naaimachine brengt hier bijvoorbeeld mensen samen om gezamenlijk herstellingen uit te voeren, laat buurtbewoners tips uitwisselen en spaart tijd uit zodat meer mensen geholpen kunnen worden. Door te vertragen en tijd vrij te maken, worden opnieuw verbindingen gemaakt met het materiaal en met anderen. Ook apparaten kunnen mensen samenbrengen en interactie bevorderen wanneer ze juist worden ingezet. Met deze analyse komt een bredere kijk tot stand op manieren van samenkomen en relaties vormen.
In het voorgaande wordt voornamelijk gesproken over buurtbewoners en vrijwilligers. De geformuleerde doelgroep (inwoners van Sint-Pieters) is erg breed en divers. Aan de hand van Taylor en Giugni zal verkend worden welke rol de jongere inwoners van Sint-Pieters innemen binnen dit initiatief. De praktijk zelf maakt geen onderscheid tussen kinderen en volwassen en erkent daardoor niet de grote waarde die kinderen kunnen hebben bij dergelijke projecten. Veel kinderen in Sint-Pieters krijgen van jongs af aan te maken met leeftijdsgenootjes die ‘anders’ zijn dan henzelf. Hun vriendjes hebben een andere thuissituatie, een andere huidskleur, spreken een andere moedertaal of wonen in een sociale woning. Deze diversiteit blijkt ook uit de schoolpopulatie in Sint-Pieters. Basisschool Sint-Leo Sint Pieters geeft bijvoorbeeld aan op hun website dat ze een multiculturele leef- en leergemeenschap zijn. Binnen de Common Worlds Pedagogy worden kinderen aangemoedigd om in dialoog te gaan met andere bewoners. Zo kunnen kinderen verantwoordelijkheidszin creëren voor alles en iedereen waarmee ze de wereld delen en de maatschappelijke kwesties die hierbij ontstaan. Door deel te nemen aan Hersteldag Naaien kunnen ze besef krijgen over het maakproces van hun kleren. Ze leggen relaties met hun kleren en de materialen waarvan het gemaakt is, met als doel duurzamer te zijn. Ook leren ze omgaan met hun mede Sint-Pieternaar, wat hen leert omgaan met de diversiteit in de samenleving. Zo zou er in de toekomst een beter samenleven tot stand moeten komen.
Via het concept learning how to world kan de kracht van verschillen duidelijk gemaakt worden. Taylor en Giugni gebruiken dit begrip om aan te duiden dat we moeten leren samenleven met anderen en dat we hiervoor onze verschillen moeten inzetten. In de praktijkfiche staat te lezen dat het initiatief ervoor moet zorgen dat de Sint-Pieternaren elkaar (opnieuw) meer helpen en dat ze hun buren beter leren kennen. Verder wil het project de mensen bewustmaken van hun eigen talenten en dus wat ze te bieden hebben. De praktijk bevat al een sterke invulling van het concept. Iedereen kan een activiteit organiseren gebaseerd op zijn eigen talent, om zo anderen te helpen. Een aantal vrijwilligers delen bijvoorbeeld hun naaivaardigheden binnen Hersteldag Naaien met mensen die hierbij hulp kunnen gebruiken. Samenkomen in verschillen is zo een belangrijk aspect van de praktijk en maakt samenleven mogelijk. Door kinderen maatschappelijke problemen te laten ontdekken, hen in aanraking te laten komen met de diverse samenleving en hen te leren omgaan met duurzaamheid, kan een (positieve) invloed uitgeoefend worden op de toekomst. Deze analyse biedt een nieuw perspectief over de rol van kinderen binnen het project.
BESLUIT
Sint-Pieters is veel meer dan een Brugse deelgemeente. Het is ook een plek waar diensten en goederen met elkaar gedeeld worden. Uit de analyse van de praktijk blijkt duidelijk dat het initiatief veel meer verwezenlijkt dan wat ze zelf aangeven. Zo worden niet enkel buurtbewoners samengebracht, maar hebben ook niet-menselijke factoren een invloed. Denk maar aan de grote baan die Sint-Pieters zowel verdeelt als samenbrengt. Het organiseren van de activiteiten is specifiek gericht op dat samenbrengen en tijd maken om te connecteren met elkaar en de omgeving. Ook het betrekken van kinderen biedt veel potentieel. Ten slotte zijn de activiteiten zowel gericht op diversiteit (diverse mensen samenbrengen en laten bloeien in hun talenten) als duurzaamheid (verspilling van kledij en eten tegengaan en leren samenleven met de omgeving) met de hoop zo veel mogelijk buurtbewoners te bereiken.
Sint-Pieters is veel meer dan een Brugse deelgemeente. Het is ook een plek waar diensten en goederen met elkaar gedeeld worden. Uit de analyse van de praktijk blijkt duidelijk dat het initiatief veel meer verwezenlijkt dan wat ze zelf aangeven. Zo worden niet enkel buurtbewoners samengebracht, maar hebben ook niet-menselijke factoren een invloed. Denk maar aan de grote baan die Sint-Pieters zowel verdeelt als samenbrengt. Het organiseren van de activiteiten is specifiek gericht op dat samenbrengen en tijd maken om te connecteren met elkaar en de omgeving. Ook het betrekken van kinderen biedt veel potentieel. Ten slotte zijn de activiteiten zowel gericht op diversiteit (diverse mensen samenbrengen en laten bloeien in hun talenten) als duurzaamheid (verspilling van kledij en eten tegengaan en leren samenleven met de omgeving) met de hoop zo veel mogelijk buurtbewoners te bereiken.
REFERENTIES
- Affrica, T., & Giugni, M. (2012). Common worlds: Reconceptualising inclusion in early childhood communities. Contemporary Issues in Early Childhood, 13(2), 108–119. https://doi.org/10.2304/ciec.2012.13.2.108
- Campisi, J. (2013). The joy of cooking: Slow food and Borgmann's "Culture of the Table". Food, culture, & society, 16(3), p.405-419
- FICHE “Sint-Pieters deelt”. (2016, november). http://www.welzijnsplatform.be/wp-content/uploads/2017/08/FICHE-RWP-Sint-Pieters-deelt-update-november-2016.pdf
- Het Agentschap Binnenlands Bestuur. (2020, 18 maart). Sint-Pieters Brugge, een buurt in beweging. Vlaanderen stedenbeleid. https://www.stedenbeleid.vlaanderen.be/sint-pieters-brugge-een-buurt-in-beweging
- Ingold, T. (2000). On weaving a basket. In: Ingold, T. (2000). The perception of the environment. Essays on livelihood, dwelling and skill. London: Routledge, p. 339- 348.
- Sint-Pieters deelt. (z.d.). Vormingplus. Geraadpleegd op 28 december 2020, via https://www.vormingplus-brugge.be/sint-pieters-deelt
- Sint-Pieters deelt: Sint-Pieters is een deel-gemeente. (2021). Sint-Pieters deelt. https://www.sint-pietersdeelt.be/
- Vandenabeele, J. (2020-2021). Studieopdrachten in het kader van het OPO ‘Gemeenschapseducatie en publieke pedagogiek’ [cursus]. Leuven: Pedagogische wetenschappen.
- Visie: Basisschool Sint-Leo Sint-Pieters. (2021). Sint-Leo Hemelsdaele: Basisschool Sint-Leo Sint-Pieters. https://basisschoolsintleosintpieters.slhd.be/visie/
- Wat is de toekomst van Sint-Pieters? (2019, 12 september). De toekomst van Brugge. https://www.detoekomstvanbrugge.be/nl/actueel/wat-de-toekomst-van-sint-pieters