Examenpaper van Jolien Depoorter
PRAKTIJK
Ik werd enthousiast gevraagd of ik mee wou naar Allez, chantez! “Wat is dat dan?”, vroeg ik. “Een plek waar mensen samen komen om te zingen”, was het antwoord. “Ben je gek”, dacht ik in mezelf, “Ik kan niet zingen!” “Ik denk niet dat dat iets voor mij is”, antwoordde ik. “Maar je moet niet kunnen zingen, het is leuk!” Uiteindelijk besloot ik het een kans te geven. Daar aangekomen was ik nerveus. Toch werd ik al snel meegenomen door het enthousiasme op, maar vooral voor het podium. En inderdaad als individu moet je niet kunnen zingen. Je doet gewoon je best en de muziek die je samen maakt klinkt best mooi. In de pauze raakte ik er aan de praat met mensen die ik vaag van ergens kende. Ik had de smaak te pakken en ging nog eens mee, en deze keer namen we nog een vriendin mee.
Allez, chantez! Werd in 2014 door Annelore Camps en Leila De Bruyne bedacht. Sinds 2015 werkt Annelore het project uit als zelfstandig ondernemer en helpt Leila achter de schermen mee (Kaap, n.d.). Hun idee was simpel: ze wilden zelf zingen, en laten zingen. Het startte klein met een zangsessie in Gent (Minten, 2020). Al snel groeide het concept uit tot een rendabele onderneming die nu ook maandelijks gratis zangsessie laat doorgaan in Kortrijk en Leuven. Hun missie? Mensen verbinden in een open samenleving en gemeenschappen sterker maken. Zingen verbindt en iedereen kan het, het enige wat je moet doen is opdagen en meezingen (Allez,Chantez!, n.d.-a). Concreet staat er een zangcoach op het podium begeleid door iemand die een instrument bespeelt. De zangers staan voor het podium en zingen mee. Kijk naar dit filmpje om te zien hoe dit samen muziek maken er uitziet: https://www.youtube.com/watch?v=3CpaWk3LMfY
Het businessmodel is opmerkelijk. Het idee was om ieder jaar één benefitsessie te houden om geld in te zamelen voor het volgende zangjaar. Vanaf sessie één vonden mensen dit onzin. De reactie was: “We doen dat nu al, ga een spaarvarken halen!”. Mensen voelden zich mede-eigenaar van dit concept, ze kregen de boodschap “We doen dit samen”. Zo ontstond een concept dat voor succes zorgde: iedereen geeft elke maand wat hij kan missen. Eén keer per jaar is er een benefitsessie (Departement jeugd, cultuur en media, 2020). Als mensen hun steentje bijdragen, versterkt dit het proces van community building (Allez,Chantez!, n.d.-b). Daardoor gingen mensen nog meer reclame maken, ook bijvoorbeeld in hun werksituatie. Zo kwam het dat ook bedrijven, particulieren, … nu kunnen boeken aan vaste uitkoopsommen. Het businessmodel is dus spontaan gegroeid. De organisatie stelt zich op als een sociale onderneming binnen de cultuursector en gaat het experiment aan: “Is dit rendabel? Kan dit project zonder grote subsidies of sponsering?” Het project kan enkel bestaan door de fanbase (Departement jeugd, cultuur en media, 2020). Je kunt Allez, Chantez steunen door je geld, tijd of ideeën te delen of door reclame te maken (Allez,Chantez!, n.d.-c).
Voor de gratis zangsessie wordt samengewerkt met lokale actoren die dezelfde missie delen, zij kunnen dan vanuit hun deskundigheid meehelpen met de logistieke realisaties en diversiteit van het publiek (Allez,Chantez!, n.d.-b). Hier kunnen we de link leggen met superdiversiteit. Indien we kijken naar de steden waar Allez, Chantez! neerstrijkt zien we dat dit centrumsteden zijn, hier is een grote diversiteit. Zo tellen Gent, Leuven en Kortrijk elk minstens 125 verschillende nationaliteiten (Vlaanderen, 2020; Vlaanderen, 2019). Gent is op weg om een “majority-minority city” te worden (Stad Gent, 2022). De plaatsen waar Allez, Chantez! doorgaat, kunnen helpen om een divers publiek aan te trekken. Bijvoorbeeld de Parnassuskerk in Gent, waar ook een sociaal restaurant en ontmoetingscentrum gevestigd is (Raspoet, 2020); Unie der Zorgelozen in Kortrijk, een sociaal-artistiek gezelschap dat creëert vanuit maatschappelijk engagement (Unie der Zorgelozen, 2020), … Er wordt ook samengewerkt met het intercultureel muziekcentrum De Centrale, die inzet op creatie en presentatie van muziek die verwijst naar de diversiteit van de stedelijke bevolking (De Centrale, 2020). Tot slot worden gemeentediensten, sociale organisaties, buddywerkingen en scholen waar Nederlands voor anderstaligen en inburgeringscurssen worden aangeboden betrokken (Allez,Chantez!, n.d.-b).
Ook duurzaamheid vindt Allez, Chantez! belangrijk. Zo wordt er gekozen om te werken met glazen of herbruikbare bekers, duurzame merchandising, … Er wordt vaak gecarpoold, gekozen voor een zangcoach in de buurt van de locatie, ..
Allez, Chantez is alom bekend in de media. Zo is er een website, Instagram- en facebookpagina, werden er al menig kranten-en websiteartikelen over geschreven en kwamen ze dikwijls op de radio, … Hierdoor kreeg ik opnieuw voeling met het project en kon ik me erin verdiepen. Ik vond enkel positieve punten over dit project. Door te bellen met Annelore kwam ik te weten dat Corona het busnissmodel deed wankelen, er moeten minstens 400 mensen komen zingen om het project draaiende te houden en door de coronabeperkingen en ook angsten van mensen is dit moeilijk. Daardoor rijst de vraag: “Is het businessmodel dan toch te eenzijdig?”
Ik werd enthousiast gevraagd of ik mee wou naar Allez, chantez! “Wat is dat dan?”, vroeg ik. “Een plek waar mensen samen komen om te zingen”, was het antwoord. “Ben je gek”, dacht ik in mezelf, “Ik kan niet zingen!” “Ik denk niet dat dat iets voor mij is”, antwoordde ik. “Maar je moet niet kunnen zingen, het is leuk!” Uiteindelijk besloot ik het een kans te geven. Daar aangekomen was ik nerveus. Toch werd ik al snel meegenomen door het enthousiasme op, maar vooral voor het podium. En inderdaad als individu moet je niet kunnen zingen. Je doet gewoon je best en de muziek die je samen maakt klinkt best mooi. In de pauze raakte ik er aan de praat met mensen die ik vaag van ergens kende. Ik had de smaak te pakken en ging nog eens mee, en deze keer namen we nog een vriendin mee.
Allez, chantez! Werd in 2014 door Annelore Camps en Leila De Bruyne bedacht. Sinds 2015 werkt Annelore het project uit als zelfstandig ondernemer en helpt Leila achter de schermen mee (Kaap, n.d.). Hun idee was simpel: ze wilden zelf zingen, en laten zingen. Het startte klein met een zangsessie in Gent (Minten, 2020). Al snel groeide het concept uit tot een rendabele onderneming die nu ook maandelijks gratis zangsessie laat doorgaan in Kortrijk en Leuven. Hun missie? Mensen verbinden in een open samenleving en gemeenschappen sterker maken. Zingen verbindt en iedereen kan het, het enige wat je moet doen is opdagen en meezingen (Allez,Chantez!, n.d.-a). Concreet staat er een zangcoach op het podium begeleid door iemand die een instrument bespeelt. De zangers staan voor het podium en zingen mee. Kijk naar dit filmpje om te zien hoe dit samen muziek maken er uitziet: https://www.youtube.com/watch?v=3CpaWk3LMfY
Het businessmodel is opmerkelijk. Het idee was om ieder jaar één benefitsessie te houden om geld in te zamelen voor het volgende zangjaar. Vanaf sessie één vonden mensen dit onzin. De reactie was: “We doen dat nu al, ga een spaarvarken halen!”. Mensen voelden zich mede-eigenaar van dit concept, ze kregen de boodschap “We doen dit samen”. Zo ontstond een concept dat voor succes zorgde: iedereen geeft elke maand wat hij kan missen. Eén keer per jaar is er een benefitsessie (Departement jeugd, cultuur en media, 2020). Als mensen hun steentje bijdragen, versterkt dit het proces van community building (Allez,Chantez!, n.d.-b). Daardoor gingen mensen nog meer reclame maken, ook bijvoorbeeld in hun werksituatie. Zo kwam het dat ook bedrijven, particulieren, … nu kunnen boeken aan vaste uitkoopsommen. Het businessmodel is dus spontaan gegroeid. De organisatie stelt zich op als een sociale onderneming binnen de cultuursector en gaat het experiment aan: “Is dit rendabel? Kan dit project zonder grote subsidies of sponsering?” Het project kan enkel bestaan door de fanbase (Departement jeugd, cultuur en media, 2020). Je kunt Allez, Chantez steunen door je geld, tijd of ideeën te delen of door reclame te maken (Allez,Chantez!, n.d.-c).
Voor de gratis zangsessie wordt samengewerkt met lokale actoren die dezelfde missie delen, zij kunnen dan vanuit hun deskundigheid meehelpen met de logistieke realisaties en diversiteit van het publiek (Allez,Chantez!, n.d.-b). Hier kunnen we de link leggen met superdiversiteit. Indien we kijken naar de steden waar Allez, Chantez! neerstrijkt zien we dat dit centrumsteden zijn, hier is een grote diversiteit. Zo tellen Gent, Leuven en Kortrijk elk minstens 125 verschillende nationaliteiten (Vlaanderen, 2020; Vlaanderen, 2019). Gent is op weg om een “majority-minority city” te worden (Stad Gent, 2022). De plaatsen waar Allez, Chantez! doorgaat, kunnen helpen om een divers publiek aan te trekken. Bijvoorbeeld de Parnassuskerk in Gent, waar ook een sociaal restaurant en ontmoetingscentrum gevestigd is (Raspoet, 2020); Unie der Zorgelozen in Kortrijk, een sociaal-artistiek gezelschap dat creëert vanuit maatschappelijk engagement (Unie der Zorgelozen, 2020), … Er wordt ook samengewerkt met het intercultureel muziekcentrum De Centrale, die inzet op creatie en presentatie van muziek die verwijst naar de diversiteit van de stedelijke bevolking (De Centrale, 2020). Tot slot worden gemeentediensten, sociale organisaties, buddywerkingen en scholen waar Nederlands voor anderstaligen en inburgeringscurssen worden aangeboden betrokken (Allez,Chantez!, n.d.-b).
Ook duurzaamheid vindt Allez, Chantez! belangrijk. Zo wordt er gekozen om te werken met glazen of herbruikbare bekers, duurzame merchandising, … Er wordt vaak gecarpoold, gekozen voor een zangcoach in de buurt van de locatie, ..
Allez, Chantez is alom bekend in de media. Zo is er een website, Instagram- en facebookpagina, werden er al menig kranten-en websiteartikelen over geschreven en kwamen ze dikwijls op de radio, … Hierdoor kreeg ik opnieuw voeling met het project en kon ik me erin verdiepen. Ik vond enkel positieve punten over dit project. Door te bellen met Annelore kwam ik te weten dat Corona het busnissmodel deed wankelen, er moeten minstens 400 mensen komen zingen om het project draaiende te houden en door de coronabeperkingen en ook angsten van mensen is dit moeilijk. Daardoor rijst de vraag: “Is het businessmodel dan toch te eenzijdig?”
PEDAGOGISCHE WERKZAAMHEID
Het economisch model van “Allez Chantez” is gegroeid vanuit de samenwerking met burgers, steden en sociale organisaties. De bronnen ervan worden samen beheerd doordat initiatiefneemster Annelore luistert naar de wensen van en aan de slag gaat met wat de actoren inbrengen. Dit gaat dan o.a. over de vaardigheid van het zingen, de keuze van het repertoire, het gebruik van faciliteiten,...
Samen zingen en verbondenheid creëren, wat maatschappelijke meerwaarde creëert, staat daarbij voorop. Over deze doelen en waarden zijn de actoren het eens.
Dit brengt me bij Stikker (2019), die het heeft over economische modellen op basis van coöperatie, ofwel commons. Commons zijn gedeelde hulpbronnen, door een gemeenschap beheerd vanuit het oogpunt van duurzaamheid, inclusiviteit en publieke meerwaarde. De deelnemersgroep is niet duidelijk gedefinieerd doordat iedereen mag deelnemen, toch veronderstel ik dat vooral mensen vanuit de buurt of de ruimere context deelnemen. De regels worden opgesteld in samenspraak met de actoren. Zo beslisten de deelnemers om iedere zangsessie geld te doneren. De stad wordt betrokken, de lokale autoriteiten erkennen het project. Mensen geven wat ze kunnen en in ruil daarvoor zijn er gratis zangsessies, het principe van wederkerigheid is aanwezig.
“Allez chantez” is een sociale onderneming binnen de cultuursector. Ze willen mensen met verschillende achtergrond verbinden door hen samen te laten zingen. Hiermee wordt hun recht op cultuur vervuld. Mensen delen hun geld, tijd en ideeën met het project waardoor het voor iedereen gratis is. Het project is bijna zelfbedruipend, slechts vijftien procent van hun inkomsten halen ze uit subsidies. Dit doet denken aan de donuteconomie van Rawoth. Het sociale fundament houdt rekening met inclusiviteit en mensenrechten. Grenzen waardoor bevolkingsgroepen hun eigen kwaliteit van leven en welvaart verwerven ten koste van anderen worden niet overschreden. Deze economische activiteit is regeneratief en houdt rekening met het herstellend vermogen van het systeem. Winst maximaliseren is niet het doel van dit project, de maatschappelijke meerwaarde creëren wel. Er worden geen externaliteiten gecreëerd. Iedereen behoudt zijn vrijheid en zelfbeschikking. Je hoeft niet elke keer aanwezig zijn of je tekst uit het hoofd te kennen,… Het enige wat gevraagd wordt, is om mee te doen. Dit zie ik als soevereiniteit ingebed in een democratie. Onze democratie wordt aangesterkt door dit project, het versterkt gemeenschappen.
Er zijn verschillende actoren in dit project. Ten eerste is “de markt” aanwezig. Er zijn vaste uitkoopsommen waardoor organisaties en particulieren hen kunnen boeken. Verder zijn er de stadsbesturen die financieel borg staan of materieel een bijdrage kunnen leveren. Daarnaast zijn er de deelnemers die naar de zangsessies komen en op verschillende manieren hun steentje bijdragen. Tenslotte is dit een common waarin gezamenlijke bronnen door de actoren, samen met de initiatiefnemers worden beheerd en ontwikkeld. De vier actoren waar Rawoth de economie van de 21ste eeuw op wil baseren zijn aanwezig. Het sociaal ondernemerschap, die bekend werd in de jaren ’90 (Hogestijn, 2018) is een vrij nieuwe vorm van financiering, die kan zorgen dat commons geherwaardeerd worden.
Steden spelen een belangrijke rol bij het implementeren van dit project en stadsbewoners kunnen gemeenten oproepen om het project in hun stad te organiseren. Burgers, steden en sociale organisaties hebben impact op het ontwerp van Allez, Chantez!.
Laat ons kijken naar de praktijk van het zingen op zich: “Annelore genoot als kind van zingen, maar toen ze het zingen verder wilde ontwikkelen, werd deze vrije vorm van zingen in een keurslijf gestopt. In het jeugdkoor leerde ze hoe ze zich moest gedragen tijdens het zingen en op school leerde ze de juiste tonen, noten, ... haar plezier in zingen brokkelde daardoor af. Daarom creëerde ze een plaats waar iedereen naartoe kon gaan om voluit te zingen. Maar er moeten drempels overwonnen worden. Aanvankelijk voel je je niet op je gemak. Je hebt wel de intentie om mooi te zingen, maar je weet niet wat uit je mond zal komen en ook niet wat je buurman zal horen. Die kwetsbaarheid aanvaarden is belangrijk als je samen wil zingen. Door onszelf bloot te geven, staan we open om connectie te maken met de mensen rondom ons. Wanneer je bijvoorbeeld enthousiast, maar te vroeg begint te zingen, dan zullen mensen gaan knikken en glimlachen. Ze laten merken dat je oké bent. Hierdoor zie je jezelf in perspectief en wordt het mogelijk om in te zien dat je veel gemeen hebt. Tijdens het zingen kan je alles vergeten en telt alleen het samen zingen, hierdoor ontstaat een groepsgevoel. Dit is hoe gemeenschappen worden gebouwd (Camps, 2019).
Dit analyseer ik met Ingold’s (2017) tekst “For Attention”. In het zingen is een aandachtigheid voor de wereld vereist, je luistert naar de muziek en naar de anderen, kijkt wat er rondom je gebeurt,... Hierdoor wordt ook aandachtigheid voor de wereld mogelijk gemaakt.
In het koor en op school was het doel om op een correcte manier te zingen. Het was een project, een proces van mens worden. Er werd een sterke pedagogiek gevolgd, geleid door het principe van de wil. Hierin werden wel zaken aangevoeld, bijvoorbeeld gevoelens van verbondenheid, maar dit kreeg een passieve rol. Deze pedagogiek schermt af van de wereld. Het is maatwerk, jij wilt correct leren zingen, maar ziet hierdoor niet wat in de wereld naar voren treedt.
Annelore hield niet van deze regels. Ze verloor hierdoor de wil om te zingen en dus om aandachtig te zijn. Educatie mag echter niet enkel kennisoverdracht inhouden. Indien mensen enkel correct leren zingen, kunnen ze niet meer zien wat er in de wereld naar voren komt, bijvoorbeeld het gevoel van verbondheid.
“Allez, Chantez!” volgt een zwakke pedagogiek, een proces van groei, van menselijker worden. Het doel is om mooi te zingen, maar er worden ook dingen ondergaan bv. de akoestiek in de zaal, de verbondenheid die gevoeld wordt… Deze pedagogiek wordt geleid door het principe van de gewoonte, wat risico’s inhoudt, het samen zingen zou zo maar eens vals kunnen klinken. Er wordt een begin gecreëerd, de creativiteit is die van “doen ondergaan”. Daarbij smeden mensen zichzelf en elkaar in de smeltkroes van het sociale leven.
Het moment waarop een ander te vroeg begint te zingen wordt door anderen ondergaan. Ze hebben er aandacht voor vanuit de notie zorg. Ze knikken of glimlachen plichtsgetrouw.
Zangcoach en zanger zijn aan elkaar gelijk, ze hebben elk een verhaal te vertellen en door aanwezig te zijn en te reageren, ondernemen ze een reis waarvan niemand de uitkomst weet. Dit is de kunst van het wachten, je stelt je eigen project uit voor een oproep van buitenaf . Je correspondeert met de ander, het gezang is een samenspel waardoor de wereld samen bewoond kan worden. Het is een specifieke vorm van omgaan met anderen, je vergezelt de ander.
Ook in “Alle, Chantez!” zien we het principe van de gewoonte. Het idee was om gratis zangsessies en één keer per jaar een benefitsessie te organiseren. De fanbase wou graag maandelijks bijdragen en wou dat ze hun netwerk lieten zingen. Hoewel dit niet Annelores initiële idee was, onderging ze dit. Ze ging het risico aan: “Is dit businessmodel rendabel?”. Het op deze manier van corresponderen dat de organisatie een common kon worden. Mocht Annelore zich uitsluitend laten leiden door het principe van de wil, dan was ze niet aandachtig geweest voor de wereld rond haar, dan zou Allez, Chantez! nu geen common zijn. Beide teksten bieden een mooie aanvulling op elkaar voor het analyseren van het businessmodel. De tekst van Stikker laat minder toe om te analyseren wat in de concrete praktijk gebeurt, daarom vind ik Ingold hiervoor een meerwaarde.
Het economisch model van “Allez Chantez” is gegroeid vanuit de samenwerking met burgers, steden en sociale organisaties. De bronnen ervan worden samen beheerd doordat initiatiefneemster Annelore luistert naar de wensen van en aan de slag gaat met wat de actoren inbrengen. Dit gaat dan o.a. over de vaardigheid van het zingen, de keuze van het repertoire, het gebruik van faciliteiten,...
Samen zingen en verbondenheid creëren, wat maatschappelijke meerwaarde creëert, staat daarbij voorop. Over deze doelen en waarden zijn de actoren het eens.
Dit brengt me bij Stikker (2019), die het heeft over economische modellen op basis van coöperatie, ofwel commons. Commons zijn gedeelde hulpbronnen, door een gemeenschap beheerd vanuit het oogpunt van duurzaamheid, inclusiviteit en publieke meerwaarde. De deelnemersgroep is niet duidelijk gedefinieerd doordat iedereen mag deelnemen, toch veronderstel ik dat vooral mensen vanuit de buurt of de ruimere context deelnemen. De regels worden opgesteld in samenspraak met de actoren. Zo beslisten de deelnemers om iedere zangsessie geld te doneren. De stad wordt betrokken, de lokale autoriteiten erkennen het project. Mensen geven wat ze kunnen en in ruil daarvoor zijn er gratis zangsessies, het principe van wederkerigheid is aanwezig.
“Allez chantez” is een sociale onderneming binnen de cultuursector. Ze willen mensen met verschillende achtergrond verbinden door hen samen te laten zingen. Hiermee wordt hun recht op cultuur vervuld. Mensen delen hun geld, tijd en ideeën met het project waardoor het voor iedereen gratis is. Het project is bijna zelfbedruipend, slechts vijftien procent van hun inkomsten halen ze uit subsidies. Dit doet denken aan de donuteconomie van Rawoth. Het sociale fundament houdt rekening met inclusiviteit en mensenrechten. Grenzen waardoor bevolkingsgroepen hun eigen kwaliteit van leven en welvaart verwerven ten koste van anderen worden niet overschreden. Deze economische activiteit is regeneratief en houdt rekening met het herstellend vermogen van het systeem. Winst maximaliseren is niet het doel van dit project, de maatschappelijke meerwaarde creëren wel. Er worden geen externaliteiten gecreëerd. Iedereen behoudt zijn vrijheid en zelfbeschikking. Je hoeft niet elke keer aanwezig zijn of je tekst uit het hoofd te kennen,… Het enige wat gevraagd wordt, is om mee te doen. Dit zie ik als soevereiniteit ingebed in een democratie. Onze democratie wordt aangesterkt door dit project, het versterkt gemeenschappen.
Er zijn verschillende actoren in dit project. Ten eerste is “de markt” aanwezig. Er zijn vaste uitkoopsommen waardoor organisaties en particulieren hen kunnen boeken. Verder zijn er de stadsbesturen die financieel borg staan of materieel een bijdrage kunnen leveren. Daarnaast zijn er de deelnemers die naar de zangsessies komen en op verschillende manieren hun steentje bijdragen. Tenslotte is dit een common waarin gezamenlijke bronnen door de actoren, samen met de initiatiefnemers worden beheerd en ontwikkeld. De vier actoren waar Rawoth de economie van de 21ste eeuw op wil baseren zijn aanwezig. Het sociaal ondernemerschap, die bekend werd in de jaren ’90 (Hogestijn, 2018) is een vrij nieuwe vorm van financiering, die kan zorgen dat commons geherwaardeerd worden.
Steden spelen een belangrijke rol bij het implementeren van dit project en stadsbewoners kunnen gemeenten oproepen om het project in hun stad te organiseren. Burgers, steden en sociale organisaties hebben impact op het ontwerp van Allez, Chantez!.
Laat ons kijken naar de praktijk van het zingen op zich: “Annelore genoot als kind van zingen, maar toen ze het zingen verder wilde ontwikkelen, werd deze vrije vorm van zingen in een keurslijf gestopt. In het jeugdkoor leerde ze hoe ze zich moest gedragen tijdens het zingen en op school leerde ze de juiste tonen, noten, ... haar plezier in zingen brokkelde daardoor af. Daarom creëerde ze een plaats waar iedereen naartoe kon gaan om voluit te zingen. Maar er moeten drempels overwonnen worden. Aanvankelijk voel je je niet op je gemak. Je hebt wel de intentie om mooi te zingen, maar je weet niet wat uit je mond zal komen en ook niet wat je buurman zal horen. Die kwetsbaarheid aanvaarden is belangrijk als je samen wil zingen. Door onszelf bloot te geven, staan we open om connectie te maken met de mensen rondom ons. Wanneer je bijvoorbeeld enthousiast, maar te vroeg begint te zingen, dan zullen mensen gaan knikken en glimlachen. Ze laten merken dat je oké bent. Hierdoor zie je jezelf in perspectief en wordt het mogelijk om in te zien dat je veel gemeen hebt. Tijdens het zingen kan je alles vergeten en telt alleen het samen zingen, hierdoor ontstaat een groepsgevoel. Dit is hoe gemeenschappen worden gebouwd (Camps, 2019).
Dit analyseer ik met Ingold’s (2017) tekst “For Attention”. In het zingen is een aandachtigheid voor de wereld vereist, je luistert naar de muziek en naar de anderen, kijkt wat er rondom je gebeurt,... Hierdoor wordt ook aandachtigheid voor de wereld mogelijk gemaakt.
In het koor en op school was het doel om op een correcte manier te zingen. Het was een project, een proces van mens worden. Er werd een sterke pedagogiek gevolgd, geleid door het principe van de wil. Hierin werden wel zaken aangevoeld, bijvoorbeeld gevoelens van verbondenheid, maar dit kreeg een passieve rol. Deze pedagogiek schermt af van de wereld. Het is maatwerk, jij wilt correct leren zingen, maar ziet hierdoor niet wat in de wereld naar voren treedt.
Annelore hield niet van deze regels. Ze verloor hierdoor de wil om te zingen en dus om aandachtig te zijn. Educatie mag echter niet enkel kennisoverdracht inhouden. Indien mensen enkel correct leren zingen, kunnen ze niet meer zien wat er in de wereld naar voren komt, bijvoorbeeld het gevoel van verbondheid.
“Allez, Chantez!” volgt een zwakke pedagogiek, een proces van groei, van menselijker worden. Het doel is om mooi te zingen, maar er worden ook dingen ondergaan bv. de akoestiek in de zaal, de verbondenheid die gevoeld wordt… Deze pedagogiek wordt geleid door het principe van de gewoonte, wat risico’s inhoudt, het samen zingen zou zo maar eens vals kunnen klinken. Er wordt een begin gecreëerd, de creativiteit is die van “doen ondergaan”. Daarbij smeden mensen zichzelf en elkaar in de smeltkroes van het sociale leven.
Het moment waarop een ander te vroeg begint te zingen wordt door anderen ondergaan. Ze hebben er aandacht voor vanuit de notie zorg. Ze knikken of glimlachen plichtsgetrouw.
Zangcoach en zanger zijn aan elkaar gelijk, ze hebben elk een verhaal te vertellen en door aanwezig te zijn en te reageren, ondernemen ze een reis waarvan niemand de uitkomst weet. Dit is de kunst van het wachten, je stelt je eigen project uit voor een oproep van buitenaf . Je correspondeert met de ander, het gezang is een samenspel waardoor de wereld samen bewoond kan worden. Het is een specifieke vorm van omgaan met anderen, je vergezelt de ander.
Ook in “Alle, Chantez!” zien we het principe van de gewoonte. Het idee was om gratis zangsessies en één keer per jaar een benefitsessie te organiseren. De fanbase wou graag maandelijks bijdragen en wou dat ze hun netwerk lieten zingen. Hoewel dit niet Annelores initiële idee was, onderging ze dit. Ze ging het risico aan: “Is dit businessmodel rendabel?”. Het op deze manier van corresponderen dat de organisatie een common kon worden. Mocht Annelore zich uitsluitend laten leiden door het principe van de wil, dan was ze niet aandachtig geweest voor de wereld rond haar, dan zou Allez, Chantez! nu geen common zijn. Beide teksten bieden een mooie aanvulling op elkaar voor het analyseren van het businessmodel. De tekst van Stikker laat minder toe om te analyseren wat in de concrete praktijk gebeurt, daarom vind ik Ingold hiervoor een meerwaarde.
STELLING
Ik koos de titel: “Kan “samen muziek maken” leiden tot het bouwen van sterkere gemeenschappen?” Deze paper geeft aan dat dit kan. Door een businessmodel op basis van commons en een zwakke pedagogiek kunnen mensen ervaren dat ze samen iets opbouwen en kunnen ze aandachtig zijn voor de gevoelens van verbondenheid.
Ik wil hierbij een pleidooi houden voor het creëren van meer praktijken als deze. Wie zingt, durft zich kwetsbaar opstellen, en kan zo connectie leggen met anderen, waardoor sterkere gemeenschappen ontstaan .
De verantwoordelijkheid van de gemeenschap moet hierbij beklemtoond worden. Burgers, overheden, sociale organisaties en zelfs de markt kunnen samenwerken om dit project op meer plaatsen tot een succes te maken.
Ook “Allez, Chantez!” moet verantwoordelijkheid opnemen. Dit door blijvend responsief te zijn voor de noden van de gemeenschappen en de pedagogiek en het businessmodel hierop af te stemmen. Mijn analyse biedt een verdieping van hoe initiatiefnemer Annelore zelf haar project ziet. Dit komt doordat ze zelf ook haar praktijk kritisch analyseert. Ik hoop dat ik met mijn paper iets kan bijdragen aan dit proces.
Als je ooit passeert aan een plek waar een groep mensen staat te zingen denk dan niet alleen, “die maken samen muziek! Ik zou graag meedoen!” Maar weet dat, eens je daar staat, je dit “samen muziek maken” zal ondergaan met anderen. Zo wordt het mogelijk om aandachtig te zijn voor deze wereld en mee te bouwen aan jouw gemeenschap.
Ik koos de titel: “Kan “samen muziek maken” leiden tot het bouwen van sterkere gemeenschappen?” Deze paper geeft aan dat dit kan. Door een businessmodel op basis van commons en een zwakke pedagogiek kunnen mensen ervaren dat ze samen iets opbouwen en kunnen ze aandachtig zijn voor de gevoelens van verbondenheid.
Ik wil hierbij een pleidooi houden voor het creëren van meer praktijken als deze. Wie zingt, durft zich kwetsbaar opstellen, en kan zo connectie leggen met anderen, waardoor sterkere gemeenschappen ontstaan .
De verantwoordelijkheid van de gemeenschap moet hierbij beklemtoond worden. Burgers, overheden, sociale organisaties en zelfs de markt kunnen samenwerken om dit project op meer plaatsen tot een succes te maken.
Ook “Allez, Chantez!” moet verantwoordelijkheid opnemen. Dit door blijvend responsief te zijn voor de noden van de gemeenschappen en de pedagogiek en het businessmodel hierop af te stemmen. Mijn analyse biedt een verdieping van hoe initiatiefnemer Annelore zelf haar project ziet. Dit komt doordat ze zelf ook haar praktijk kritisch analyseert. Ik hoop dat ik met mijn paper iets kan bijdragen aan dit proces.
Als je ooit passeert aan een plek waar een groep mensen staat te zingen denk dan niet alleen, “die maken samen muziek! Ik zou graag meedoen!” Maar weet dat, eens je daar staat, je dit “samen muziek maken” zal ondergaan met anderen. Zo wordt het mogelijk om aandachtig te zijn voor deze wereld en mee te bouwen aan jouw gemeenschap.
REFERENTIES
- Allez, Chantez! (z.d.-a). Allez, Chantez! – Voluit Samen Zingen. Geraadpleegd op 21 januari 2022, van https://www.allezchantez.be
- Allez, Chantez! (z.d.-b). Haal Allez, Chantez! naar jouw gemeente. Geraadpleegd op 21 januari 2022, van https://www.allezchantez.be/join-the-movement/ook-in-jouw-gemeente/
- Allez, Chantez! (z.d.-c). Steun ons. Geraadpleegd op 21 januari 2022, van https://www.allezchantez.be/steun-ons/
- Annelore Camps [TEDx]. (2019, 13 februari). How singing together can connect us all | Annelore Camps | TEDxGhent [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=zY2mWb3cW3g&t=120s
- De Centrale. (2022). De Centrale Gent - Over De Centrale. De Centrale Gent. Geraadpleegd op 26 januari 2022, van https://decentrale.be/nl/over-de-centrale
- Departement jeugd, cultuur en media. (2020, 19 februari). Ultimas 2019: Allez Chantez! [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=6t7x8uX0WXs&t=23s
- Hogenstijn, M. (2018). Sociaal ondernemerschap: grip op het begrip. Eburon.
- Ingold, T. (2017). Anthropology and/as Education (1ste editie). Taylor & Francis.
- Kaap. (z.d.). Annelore Camps en Laila De Bruyne. Geraadpleegd op 26 januari 2022, van https://www.kaap.be/artiesten/annelore-camps-en-laila-de-bruyne
- Minten, I. (2020b, mei 8). Allez, Chantez!: cultureel ondernemen in coronatijden. Cultuurloket. Geraadpleegd op 25 januari 2022, van https://www.cultuurloket.be/inspiratie/allez-chantez-cultureel-ondernemen-coronatijden
- Raspoet, E. (2020b, februari 18). Waarom Annelore en Laila heel Vlaanderen willen laten zingen: “Mensen de kans geven elkaar te ontmoeten”. Site-Knack-NL. Geraadpleegd op 25 januari 2022, van https://www.knack.be/nieuws/magazine/waarom-annelore-en-laila-heel-vlaanderen-willen-laten-zingen-mensen-de-kans-geven-elkaar-te-ontmoeten/article-longread-1566331.html?cookie_check=1643150142
- Stad Gent. (2022b). Wortels in migratie | Met hoeveel in. Geraadpleegd op 25 januari 2022, van https://hoeveelin.stad.gent/tendensen/wortels-in-migratie/
- Stikker, M. (2019). Het internet is stuk (1ste editie). de Geus.
- Unie Der Zorgelozen. (2020). Over ons. Geraadpleegd op 26 januari 2022, van http://www.uniederzorgelozen.be/over-ons/#:%7E:text=De%20Unie%20der%20Zorgelozen%20is,manier%20her%20uit%20te%20vinden.
- Vlaanderen. (2019). Lokale inburgerings-en integratiemonitor. https://integratiebeleid.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/Vlaamse_LIIM_Kortrijk_0.pdf
- Vlaanderen. (2022). Centrumsteden | Gemeente-Stadsmonitor. Geraadpleegd op 25 januari 2022, van https://www.stadsmonitor.be/thema/centrumsteden