Examenpaper van Lore Borré
PRAKTIJK
KETMET
Tijdens mijn lerarenopleiding voerde ik een maatschappelijke stage uit bij Cultureghem, een organisatie te Anderlecht. Ik schrijf deze paper op basis van de ervaringen die ik daar opdeed, de gesprekken die ik er had met de medewerkers, vrijwilligers, kinderen en hun ouders, alsook de website van Cultureghem (2022a). Cultureghem wilt zich inzetten voor de gehele samenleving. Zo willen ze een ontmoetingsplaats zijn voor jong en oud, waar alles wordt gedeeld (eten, ruimte, tools…). Ideeën vinden er een plek om tot werkelijkheid uit te groeien. Om dit te realiseren geven ze vorm aan verschillende praktijken zoals Ketmet, Kookmet, Collectmet, Loket, Omta en Dreamkitchen. Tijdens mijn stage verdiepte ik me in de praktijk Ketmet. Hier zal eveneens mijn focus liggen in deze paper. Elke woensdag wordt de overdekte marktplaats Abattoire omgetoverd tot het grootste overdekte speelplein van Brussel, waar alle kinderen welkom zijn om er samen te spelen, ontdekken, eten…. Deze beschrijving is terug te vinden in de naam Ketmet, waarin ket voor de Brusselse kinderen staat en met voor de overdekte markt waar Ketmet plaatsvindt. Om het spelplezier te bevorderen, worden er verschillende boxen beschikbaar gesteld, waarin een uitgebreid scala aan materialen te vinden is. Zo heb je de Stepbox, Cookiebox, Snoezelbox, boksbox, Meccanobox en nog veel meer. Samen met de vrijwilligers kunnen de kinderen zich uren amuseren. Als stagiaire begeleidde ik elke week een andere box. Dit wil zeggen dat ik de box uithaalde, de kinderen enthousiasmeerde, inging op hun impulsen, oog had voor hun veiligheid….
Binnen deze paper zal ik voornamelijk de focus leggen op de Meccanobox. In deze box zitten levensgrote meccanoplaten in verschillende vormen met bijhorende schroeven, waar diverse zaken mee te bouwen zijn.
Dit alles staat garant voor uren spelplezier.
DUURZAAMHEID
In deze praktijk zijn zowel de kernkwesties duurzaamheid als superdiversiteit te herkennen. Allereerst hecht Ketmet enorm veel belang aan het sociale aspect van duurzaamheid.
Niet elk kind kan thuis dezelfde kansen krijgen. Er heerst veel kansarmoede, zeker in een hoofdstad als Brussel. Verschillende kinderen wonen er in kleine gebouwen, verblijven in een opvangcentrum of hebben zelfs helemaal geen (t)huis. Vaak leven ze met veel kopzorgen en kunnen ze niet altijd ten volle ‘kind’ zijn. Bij Ketmet zijn alle kinderen en jongeren welkom, al wordt er een zekere nadruk gelegd op deze kansarme kinderen. Zo willen ze een plaats zijn waar zorgen kunnen vergeten worden en plezier centraal staat. Doordat er in het spel ontmoetingen ontstaan tussen kinderen van diverse leeftijden, achtergronden en thuissituaties, leren ze elkaar beter kennen, appreciëren en respecteren.
Ketmet besteedt ook aandacht aan ecologische duurzaamheid. Zo zijn de verschillende boxen gemaakt uit gerecycleerd hout, staal en staan ze op wielen. Op deze manier zijn ze zeer stevig, kunnen ze lang meegaan en zijn ze makkelijk te verplaatsen. Bij elke box werd nagedacht over de indeling, om zoveel mogelijk materiaal handig te kunnen stockeren. Bij de Meccanobox wordt de box eveneens ingezet als bouwmateriaal, aangezien er gaten in zijn waar andere platen in kunnen bevestigd worden. Door deze goed doordachte keuzes qua materiaal, werken ze eveneens economisch.
SUPERDIVERSITEIT
We leven vandaag in een samenleving die gekenmerkt wordt door superdiversiteit. Zeker in Brussel kan je nog maar moeilijk praten in termen van meerderheid- en minderheidsgroepen. Dit spiegelt zich eveneens in het publiek dat je ziet op het plein. Je ziet er kinderen van alle leeftijden, nationaliteiten en met enorm diverse sociaaleconomische achtergronden. Je komt er zowel kinderen tegen die er gekleed zijn in de duurste merken, als kinderen die dit niet kennen, kinderen die het gewoon zijn om met duur, technologisch speelgoed te spelen, als kinderen waarvoor deze hun volledig onbekend zijn. Ondanks deze enorme verschillen, is het mooi te zien hoe de kinderen die naar de Ketmet komen, hier geen onderscheid in maken en vol enthousiasme samenspelen en op ontdekking gaan.
KETMET
Tijdens mijn lerarenopleiding voerde ik een maatschappelijke stage uit bij Cultureghem, een organisatie te Anderlecht. Ik schrijf deze paper op basis van de ervaringen die ik daar opdeed, de gesprekken die ik er had met de medewerkers, vrijwilligers, kinderen en hun ouders, alsook de website van Cultureghem (2022a). Cultureghem wilt zich inzetten voor de gehele samenleving. Zo willen ze een ontmoetingsplaats zijn voor jong en oud, waar alles wordt gedeeld (eten, ruimte, tools…). Ideeën vinden er een plek om tot werkelijkheid uit te groeien. Om dit te realiseren geven ze vorm aan verschillende praktijken zoals Ketmet, Kookmet, Collectmet, Loket, Omta en Dreamkitchen. Tijdens mijn stage verdiepte ik me in de praktijk Ketmet. Hier zal eveneens mijn focus liggen in deze paper. Elke woensdag wordt de overdekte marktplaats Abattoire omgetoverd tot het grootste overdekte speelplein van Brussel, waar alle kinderen welkom zijn om er samen te spelen, ontdekken, eten…. Deze beschrijving is terug te vinden in de naam Ketmet, waarin ket voor de Brusselse kinderen staat en met voor de overdekte markt waar Ketmet plaatsvindt. Om het spelplezier te bevorderen, worden er verschillende boxen beschikbaar gesteld, waarin een uitgebreid scala aan materialen te vinden is. Zo heb je de Stepbox, Cookiebox, Snoezelbox, boksbox, Meccanobox en nog veel meer. Samen met de vrijwilligers kunnen de kinderen zich uren amuseren. Als stagiaire begeleidde ik elke week een andere box. Dit wil zeggen dat ik de box uithaalde, de kinderen enthousiasmeerde, inging op hun impulsen, oog had voor hun veiligheid….
Binnen deze paper zal ik voornamelijk de focus leggen op de Meccanobox. In deze box zitten levensgrote meccanoplaten in verschillende vormen met bijhorende schroeven, waar diverse zaken mee te bouwen zijn.
Dit alles staat garant voor uren spelplezier.
DUURZAAMHEID
In deze praktijk zijn zowel de kernkwesties duurzaamheid als superdiversiteit te herkennen. Allereerst hecht Ketmet enorm veel belang aan het sociale aspect van duurzaamheid.
Niet elk kind kan thuis dezelfde kansen krijgen. Er heerst veel kansarmoede, zeker in een hoofdstad als Brussel. Verschillende kinderen wonen er in kleine gebouwen, verblijven in een opvangcentrum of hebben zelfs helemaal geen (t)huis. Vaak leven ze met veel kopzorgen en kunnen ze niet altijd ten volle ‘kind’ zijn. Bij Ketmet zijn alle kinderen en jongeren welkom, al wordt er een zekere nadruk gelegd op deze kansarme kinderen. Zo willen ze een plaats zijn waar zorgen kunnen vergeten worden en plezier centraal staat. Doordat er in het spel ontmoetingen ontstaan tussen kinderen van diverse leeftijden, achtergronden en thuissituaties, leren ze elkaar beter kennen, appreciëren en respecteren.
Ketmet besteedt ook aandacht aan ecologische duurzaamheid. Zo zijn de verschillende boxen gemaakt uit gerecycleerd hout, staal en staan ze op wielen. Op deze manier zijn ze zeer stevig, kunnen ze lang meegaan en zijn ze makkelijk te verplaatsen. Bij elke box werd nagedacht over de indeling, om zoveel mogelijk materiaal handig te kunnen stockeren. Bij de Meccanobox wordt de box eveneens ingezet als bouwmateriaal, aangezien er gaten in zijn waar andere platen in kunnen bevestigd worden. Door deze goed doordachte keuzes qua materiaal, werken ze eveneens economisch.
SUPERDIVERSITEIT
We leven vandaag in een samenleving die gekenmerkt wordt door superdiversiteit. Zeker in Brussel kan je nog maar moeilijk praten in termen van meerderheid- en minderheidsgroepen. Dit spiegelt zich eveneens in het publiek dat je ziet op het plein. Je ziet er kinderen van alle leeftijden, nationaliteiten en met enorm diverse sociaaleconomische achtergronden. Je komt er zowel kinderen tegen die er gekleed zijn in de duurste merken, als kinderen die dit niet kennen, kinderen die het gewoon zijn om met duur, technologisch speelgoed te spelen, als kinderen waarvoor deze hun volledig onbekend zijn. Ondanks deze enorme verschillen, is het mooi te zien hoe de kinderen die naar de Ketmet komen, hier geen onderscheid in maken en vol enthousiasme samenspelen en op ontdekking gaan.
PEDAGOGISCHE WERKZAAMHEID
Elke woensdagnamiddag van 12u tot 16u kunnen alle kinderen terecht op het grootste, gratis, overdekte speelplein van Brussel. De spelnamiddag begint met een gezamenlijk startmoment waar vrijwilligers, kinderen en ouders samen de ‘Cultureghemdans’ dansen of samen een liedje zingen. Dit creëert onmiddellijk een gevoel van samenhorigheid en gelijkheid. Nadien kunnen de kinderen de hele namiddag lang kiezen wat ze willen doen. Om de namiddag af te sluiten, wordt er samen opgeruimd en een vieruurtje gegeten en iets gedronken.
Zo een ‘buitenspeelmoment’ is iets wat vandaag de dag niet zo vanzelfsprekend meer lijkt te zijn. In dit digitale tijdperk vormt gamen, televisie kijken en online bezig zijn, zijn soms het grootste tijdverdrijf. Volgens Richard Sennett (2011) zijn we ‘out of touch’ geraakt. Hiermee bedoelt hij dat we, ondanks de veelheid van materialen om ons heen, ongevoelig zijn geworden. We zijn slechts nog passieve gebruikers die naar binnen zijn gekeerd, we hebben geen echt contact meer met anderen. Onze digitale identiteit is hier een voorbeeld van. Het lijkt misschien vreemd, aangezien je online net vaak met anderen lijkt bezig te zijn. Echter worden onlineplatforms vaker gebruikt om frustraties te uiten, dan om echt naar elkaar te luisteren. Je wil je wel uitdrukken, maar weet niet hoe je dit op een gepaste manier kunt doen. In plaats van dit te leren, trekken we ons terug, internaliseren we ons. Sennett wil hier komaf mee maken. Er moet een externalisatie-proces komen, waarin je je aandacht weer naar buiten richt en je opnieuw in contact komt met jezelf, met anderen en met de materialen om je heen. Ketmet is een geschikte plaats om dit te bereiken.
Bij Ketmet komen kinderen samen die anders vaak gescheiden leven. Dit doordat ze niet in elkaars buurt wonen, niet naar de zelfde school gaan of andere overtuigingen hebben. Ik was tijdens mijn stage aangenaam verrast te zien hoe, dankzij Ketmet, deze kinderen toch samenkomen en op zo een positieve manier met elkaar en de enorme diversiteit omgaan.
Alle kinderen werden betrokken en er werd geen onderscheid gemaakt op basis van leeftijd, herkomst… Integendeel, het viel me op hoe oudere kinderen net de zorg opnamen voor de jongere kinderen en hun ook betrokken tijdens het spel. Wanneer ze, bij de Meccaonbox, in de hoogte aan het bouwen waren, tilden ze elkaar op, om zo allemaal te kunnen helpen. Naast dit in contact komen met elkaar, kwamen ze ook in echt contact met de bouwmaterialen. Iets maken, vraagt volgens Sennett tijd, aangezien je aan de binnenkant moet geraken. Het is nodig om hiervoor te vertragen, het materiaal te bestuderen. Er zijn grotere en kleinere meccanoplaten, welke kan je in elkaar zetten en hoe moet je dat precies doen, hoe kan je in de hoogt bouwen…? Pas wanneer je hier bij stilstaat, krijg je echt inzicht en kan je pas echt aan de slag gaan. Dit vertragen houdt eveneens in dat je leert omgaan met de weerstand die materialen of de omgeving kunnen bieden (Sennett, 2011).
Zo kan het zijn dat platen door het veelvuldige gebruik wat versleten zijn, waardoor er kanten zijn afgebroken of schroefgaten net wat groter zijn geworden. Het heeft geen zin om tegen deze weerstand in te gaan. Je moet er mee leren omgaan en creatieve oplossingen zoeken. Wanneer je dit samen doet, kan je elkaar helpen om zo toch verder te geraken. Ik zag creatieve oplossingen opduiken, zoals kinderen die een klein takje tussen de schroef staken om het zo toch te laten houden, elkaar optilden om hoger te kunnen bouwen…. Mede door deze activiteiten komen de kinderen meer in verbinding met zichzelf en voornamelijk met wie ze zelf willen zijn. Dagelijks neemt iedereen verschillende rollen op, die van zoon/dochter, leerling, vriend, vreemdeling…. Ondanks dat iedereen dit fenomeen kent, is dit toch niet hoe we naar anderen kijken. We plaatsen al snel een stempel op iemand, op basis van onze vooroordelen en onze wens om iemand snel te kunnen beschrijven. Sennett pleit om voluit te gaan voor de herkenning van meervoudige identiteiten. Het is niet omdat je het thuis breed hebt, dat je niet van kleine dingen kunt genieten of dat je als dakloze niet gelukkig kan zijn. Bij Ketmet word je wel benaderd vanuit deze meervoudige blik. Men weet dat elk kind er toekomt met zijn eigen gevulde rugzak. In plaats van hierop een focus te leggen, wil men net dat de kinderen deze even kunnen verlichten of zelfs vergeten Cultureghem (2022).
Net als Sennett, schenkt ook Tim Ingold (2010) veel aandacht aan de betekenis van maakactiviteiten. Traditionele visies praten over maken als maatwerk, waarin een persoon een plan heeft die hij oplegt aan materialen om zo tot het geplande eindproduct te komen. Men zal steeds hetzelfde proces gebruiken om tot ons eindproduct te komen. Dit noemt hij Iteration. Ingold is het echter niet eens met deze visie en wil inzetten op skilled engagment. Hierbij ga je er van uit dat maken een maakactiviteit is dat onderhevig is aan de co-creatie van menselijke- en niet-menselijke krachten. Wanneer je iets maakt, sta je altijd onder invloed van het soort materiaal dat je gebruikt, hoe je zelf bent en de ruimere omgeving. De maakactiviteiten die plaatsvinden bij de Meccanobox zijn hier een goed voorbeeld van. Er is geen handleiding voorhanden met stappenplannen die kinderen kunnen volgen. De bouwsels zijn steeds het resultaat van de impulsen die de kinderen samenbrengen. Verder kunnen ze niet anders dan zich te laten leiden door de materialen. Je kan maar platen in elkaar schuiven waar er gleuven zijn en aan elkaar bevestigen met overeenkomende gaatjes. De materialen hebben een leefgeschiedenis, via improvisatie kunnen kinderen hierop inspelen. Dit zag ik, zoals bij het voorbeeld met het stokje, terugkomen tijdens mijn stage. Naast de krachten vanuit de kinderen en de materialen, speelt ook de omgeving een rol in dit krachtenveld. Zo kunnen bouwstukken, die bijvoorbeeld nog niet vastgemaakt zijn, omvergelopen worden door andere spelende kinderen. Wanneer de boxen dicht tegen elkaar staan, zullen de kinderen moeten rekening houden met de beschikbare ruimte. Ook is de tijd eindig. Op het einde van de namiddag moet er opgeruimd worden. Hieruit blijkt ook dat wat ontstaat uit het samenspel nooit af is. De bouwactiviteit kan worden beschouwd als een moving target (Ingold, 2010). Het kan worden afgebroken, heropgebouwd worden, wanneer kinderen erbij komen kunnen ze vanuit hun inspiratie er dingen aan toevoegen of veranderen.
Op basis van deze analyse verduidelijk ik graag welke soort pedagogiek er nu precies werkzaam is bij Ketmet. Het gaat om een publieke pedagogiek, waarin een concreet geëngageerd publiek te herkennen is. Hierbij draait het om op een specifieke, openbare plaats samen te werken aan de democratische verhouding tussen mensen en dit in een concrete activiteit (Savage, 2010). Het concrete publiek dat bij Ketmet aanwezig is, is de groep kinderen. Zij komen samen op de concrete, openbare plaats Abattoir, waar ze samenspelen/bouwen met concrete materialen uit de verschillende boxen. Dit vormt hun concrete activiteit. Bij deze soort pedagogiek draait het om het opwekken van interesse voor iets wat buiten de persoon ligt. Zoals bij de linken tussen Ketmet en Sennett (2011) te lezen was, zorgt het bouwen er inderdaad voor dat de kinderen opnieuw verbonden raken met andere en concrete materialen.
Elke woensdagnamiddag van 12u tot 16u kunnen alle kinderen terecht op het grootste, gratis, overdekte speelplein van Brussel. De spelnamiddag begint met een gezamenlijk startmoment waar vrijwilligers, kinderen en ouders samen de ‘Cultureghemdans’ dansen of samen een liedje zingen. Dit creëert onmiddellijk een gevoel van samenhorigheid en gelijkheid. Nadien kunnen de kinderen de hele namiddag lang kiezen wat ze willen doen. Om de namiddag af te sluiten, wordt er samen opgeruimd en een vieruurtje gegeten en iets gedronken.
Zo een ‘buitenspeelmoment’ is iets wat vandaag de dag niet zo vanzelfsprekend meer lijkt te zijn. In dit digitale tijdperk vormt gamen, televisie kijken en online bezig zijn, zijn soms het grootste tijdverdrijf. Volgens Richard Sennett (2011) zijn we ‘out of touch’ geraakt. Hiermee bedoelt hij dat we, ondanks de veelheid van materialen om ons heen, ongevoelig zijn geworden. We zijn slechts nog passieve gebruikers die naar binnen zijn gekeerd, we hebben geen echt contact meer met anderen. Onze digitale identiteit is hier een voorbeeld van. Het lijkt misschien vreemd, aangezien je online net vaak met anderen lijkt bezig te zijn. Echter worden onlineplatforms vaker gebruikt om frustraties te uiten, dan om echt naar elkaar te luisteren. Je wil je wel uitdrukken, maar weet niet hoe je dit op een gepaste manier kunt doen. In plaats van dit te leren, trekken we ons terug, internaliseren we ons. Sennett wil hier komaf mee maken. Er moet een externalisatie-proces komen, waarin je je aandacht weer naar buiten richt en je opnieuw in contact komt met jezelf, met anderen en met de materialen om je heen. Ketmet is een geschikte plaats om dit te bereiken.
Bij Ketmet komen kinderen samen die anders vaak gescheiden leven. Dit doordat ze niet in elkaars buurt wonen, niet naar de zelfde school gaan of andere overtuigingen hebben. Ik was tijdens mijn stage aangenaam verrast te zien hoe, dankzij Ketmet, deze kinderen toch samenkomen en op zo een positieve manier met elkaar en de enorme diversiteit omgaan.
Alle kinderen werden betrokken en er werd geen onderscheid gemaakt op basis van leeftijd, herkomst… Integendeel, het viel me op hoe oudere kinderen net de zorg opnamen voor de jongere kinderen en hun ook betrokken tijdens het spel. Wanneer ze, bij de Meccaonbox, in de hoogte aan het bouwen waren, tilden ze elkaar op, om zo allemaal te kunnen helpen. Naast dit in contact komen met elkaar, kwamen ze ook in echt contact met de bouwmaterialen. Iets maken, vraagt volgens Sennett tijd, aangezien je aan de binnenkant moet geraken. Het is nodig om hiervoor te vertragen, het materiaal te bestuderen. Er zijn grotere en kleinere meccanoplaten, welke kan je in elkaar zetten en hoe moet je dat precies doen, hoe kan je in de hoogt bouwen…? Pas wanneer je hier bij stilstaat, krijg je echt inzicht en kan je pas echt aan de slag gaan. Dit vertragen houdt eveneens in dat je leert omgaan met de weerstand die materialen of de omgeving kunnen bieden (Sennett, 2011).
Zo kan het zijn dat platen door het veelvuldige gebruik wat versleten zijn, waardoor er kanten zijn afgebroken of schroefgaten net wat groter zijn geworden. Het heeft geen zin om tegen deze weerstand in te gaan. Je moet er mee leren omgaan en creatieve oplossingen zoeken. Wanneer je dit samen doet, kan je elkaar helpen om zo toch verder te geraken. Ik zag creatieve oplossingen opduiken, zoals kinderen die een klein takje tussen de schroef staken om het zo toch te laten houden, elkaar optilden om hoger te kunnen bouwen…. Mede door deze activiteiten komen de kinderen meer in verbinding met zichzelf en voornamelijk met wie ze zelf willen zijn. Dagelijks neemt iedereen verschillende rollen op, die van zoon/dochter, leerling, vriend, vreemdeling…. Ondanks dat iedereen dit fenomeen kent, is dit toch niet hoe we naar anderen kijken. We plaatsen al snel een stempel op iemand, op basis van onze vooroordelen en onze wens om iemand snel te kunnen beschrijven. Sennett pleit om voluit te gaan voor de herkenning van meervoudige identiteiten. Het is niet omdat je het thuis breed hebt, dat je niet van kleine dingen kunt genieten of dat je als dakloze niet gelukkig kan zijn. Bij Ketmet word je wel benaderd vanuit deze meervoudige blik. Men weet dat elk kind er toekomt met zijn eigen gevulde rugzak. In plaats van hierop een focus te leggen, wil men net dat de kinderen deze even kunnen verlichten of zelfs vergeten Cultureghem (2022).
Net als Sennett, schenkt ook Tim Ingold (2010) veel aandacht aan de betekenis van maakactiviteiten. Traditionele visies praten over maken als maatwerk, waarin een persoon een plan heeft die hij oplegt aan materialen om zo tot het geplande eindproduct te komen. Men zal steeds hetzelfde proces gebruiken om tot ons eindproduct te komen. Dit noemt hij Iteration. Ingold is het echter niet eens met deze visie en wil inzetten op skilled engagment. Hierbij ga je er van uit dat maken een maakactiviteit is dat onderhevig is aan de co-creatie van menselijke- en niet-menselijke krachten. Wanneer je iets maakt, sta je altijd onder invloed van het soort materiaal dat je gebruikt, hoe je zelf bent en de ruimere omgeving. De maakactiviteiten die plaatsvinden bij de Meccanobox zijn hier een goed voorbeeld van. Er is geen handleiding voorhanden met stappenplannen die kinderen kunnen volgen. De bouwsels zijn steeds het resultaat van de impulsen die de kinderen samenbrengen. Verder kunnen ze niet anders dan zich te laten leiden door de materialen. Je kan maar platen in elkaar schuiven waar er gleuven zijn en aan elkaar bevestigen met overeenkomende gaatjes. De materialen hebben een leefgeschiedenis, via improvisatie kunnen kinderen hierop inspelen. Dit zag ik, zoals bij het voorbeeld met het stokje, terugkomen tijdens mijn stage. Naast de krachten vanuit de kinderen en de materialen, speelt ook de omgeving een rol in dit krachtenveld. Zo kunnen bouwstukken, die bijvoorbeeld nog niet vastgemaakt zijn, omvergelopen worden door andere spelende kinderen. Wanneer de boxen dicht tegen elkaar staan, zullen de kinderen moeten rekening houden met de beschikbare ruimte. Ook is de tijd eindig. Op het einde van de namiddag moet er opgeruimd worden. Hieruit blijkt ook dat wat ontstaat uit het samenspel nooit af is. De bouwactiviteit kan worden beschouwd als een moving target (Ingold, 2010). Het kan worden afgebroken, heropgebouwd worden, wanneer kinderen erbij komen kunnen ze vanuit hun inspiratie er dingen aan toevoegen of veranderen.
Op basis van deze analyse verduidelijk ik graag welke soort pedagogiek er nu precies werkzaam is bij Ketmet. Het gaat om een publieke pedagogiek, waarin een concreet geëngageerd publiek te herkennen is. Hierbij draait het om op een specifieke, openbare plaats samen te werken aan de democratische verhouding tussen mensen en dit in een concrete activiteit (Savage, 2010). Het concrete publiek dat bij Ketmet aanwezig is, is de groep kinderen. Zij komen samen op de concrete, openbare plaats Abattoir, waar ze samenspelen/bouwen met concrete materialen uit de verschillende boxen. Dit vormt hun concrete activiteit. Bij deze soort pedagogiek draait het om het opwekken van interesse voor iets wat buiten de persoon ligt. Zoals bij de linken tussen Ketmet en Sennett (2011) te lezen was, zorgt het bouwen er inderdaad voor dat de kinderen opnieuw verbonden raken met andere en concrete materialen.
STELLING
Gedurende mijn stage had ik al veel bewondering voor wat Ketmet doet en wat het betekent voor de kinderen die er naartoe gaan. Ik zag kinderen, elk op hun eigen manier en tijd, openbloeien en zag ze schijnbaar genieten van het samen buitenspelen. Door enkele gelezen teksten gelinkt te hebben aan deze praktijk, ben ik me nog bewuster geworden van de kracht die het heeft. Ketmet is veel meer dan gewoon wat kinderen die aan het spelen zijn. Dit probeer ik duidelijk te maken met de titel/stelling van deze paper: ‘Ketmet, een plaats waar kinderen elkaar ontmoeten en kunnen zijn wie ze willen.’
Ketmet wil kinderen de kans geven om anderen te ontmoeten en ze leren op deze manier bij over anderen hun interesses, culturen… Door de ontspannen en speelse sfeer die er hangt, krijgt elk kind er de kans om echt ‘kind’ te zijn en hun zorgen te vergeten. Ze worden er niet aangesproken als arm, rijk, vluchteling, Belg, niet-Belg, blank, gekleurd, jong of oud. Wel worden ze aangesproken om wie ze als persoon zijn of net willen zijn. Door de contacten en het spel kunnen kinderen inzien dat er geen noodzaak is in hoe zij zijn of leven. Verandering is altijd mogelijk. Iedereen is en kan meer dan hij of zij denkt.
Gedurende mijn stage had ik al veel bewondering voor wat Ketmet doet en wat het betekent voor de kinderen die er naartoe gaan. Ik zag kinderen, elk op hun eigen manier en tijd, openbloeien en zag ze schijnbaar genieten van het samen buitenspelen. Door enkele gelezen teksten gelinkt te hebben aan deze praktijk, ben ik me nog bewuster geworden van de kracht die het heeft. Ketmet is veel meer dan gewoon wat kinderen die aan het spelen zijn. Dit probeer ik duidelijk te maken met de titel/stelling van deze paper: ‘Ketmet, een plaats waar kinderen elkaar ontmoeten en kunnen zijn wie ze willen.’
Ketmet wil kinderen de kans geven om anderen te ontmoeten en ze leren op deze manier bij over anderen hun interesses, culturen… Door de ontspannen en speelse sfeer die er hangt, krijgt elk kind er de kans om echt ‘kind’ te zijn en hun zorgen te vergeten. Ze worden er niet aangesproken als arm, rijk, vluchteling, Belg, niet-Belg, blank, gekleurd, jong of oud. Wel worden ze aangesproken om wie ze als persoon zijn of net willen zijn. Door de contacten en het spel kunnen kinderen inzien dat er geen noodzaak is in hoe zij zijn of leven. Verandering is altijd mogelijk. Iedereen is en kan meer dan hij of zij denkt.
REFERENTIES
- Cultureghem. (2020). Play [Foto]. https://www.facebook.com/cultureghem/photos/a.3218303611565435/3218303861565410
- Cultureghem. (2022a). Cultureghem. Geraadpleegd op 20 januari 2022, van https://cultureghem.be/
- Cultureghem. (2022b). Ketmet [Foto]. https://cultureghem.be/aanbod/ketmet/
- Gemeentebestuur Anderlecht. (2019). KETMET KICKOFF 2019 [Foto]. https://www.anderlecht.be/nl/agenda/ketmet-kickoff-2019
- Ingold, T. (2010). The textility of making. Cambridge Journal of Economics, 34(1), 91-102
- Savage, G. C. (2010). Problematizing “Public pedagogy” in educational research. In J. A.
- Sandlin, B. D. Schultz, & J. Burdick (Reds.), Handbook of public pedagogy (pp. 103–115). Routledge.
- Sennett, R. (2011). Out of touch. Premsela Lecture: Amsterdam, The Netherlands, 2-13.